De
Brabantse munt te Brussel
Brussel (in het Frans
Bruxelles) is
tegenwoordig de hoofdstad
van België. Over de
oorsprong van de naam
Brussel bestaan slechts
veronderstellingen. De
bekendste is dat het een
afleiding zou zijn van
Broek-sele, nederzetting
in het moeras. Een andere
veronderstelling is dat
de oorspronkelijke naam
Brug-Zenne, brug over de
Zenne was. De Zenne is
het riviertje waaraan de
stad ontstaan is.
Hoewel Brussel in 1979
zijn duizendjarig bestaan
vierde, zijn er al sporen
van bewoning in de 7e
eeuw. De
handelsactiviteiten van
de 11e eeuw trokken ook
ambachtslieden aan,
waardoor in de 13e en 14e
eeuw de lakennijverheid
tot bloei kwam. Economie
en bestuur waren in
handen van patriciërs,
in tegenstelling tot
andere Vlaamse steden,
waar de gilden de dienst
uitmaakten. Nadat Brussel
midden 14e eeuw
residentie van de
hertogen van Brabant was
geworden, werd het in
1430 het bestuurscentrum
van het Bourgondische
rijk en hofstad. De
reformatie drong in
Brussel al vroeg door en
tal van protestanten
werden als ketters
omgebracht, hetgeen
aanleiding was tot het
beroemde
"smeekschrift der
edelen", dat in 1566
te Brussel aan de
landvoogdes werd
aangeboden. De stedelijke
economie had het zwaar te
verduren tijdens de
tachtigjarige oorlog en
nadien door de Franse
beschietingen van 1695.
De eerste muntslag
dateert uit de 10e/11e
eeuw, er is toen gemunt
op naam van de Duitse
keizer Otto III
(983-1002). De plaatsnaam
die toen werd gebruikt
was BRUOCSELLA. Gedurende
de rest van de
middeleeuwen is er
incidenteel gemunt te
Brussel door de hertogen
van Brabant. De stad
kreeg pas laat enige
betekenis als munt voor
de zuidelijke Nederlanden
onder Albertus &
Isabella. Na 1758 was
Brussel de enige
muntplaats in de
zuidelijke Nederlanden
omdat men vanwege
centralisatie van de
muntslag alle andere
munthuizen had gesloten.
Op de munten van Philips
II komt als muntteken
voor Brussel de letter B
voor. Deze letter B is
ook gebruikt op de
koninkrijksmunten van
Willem I om het Brusselse
munthuis aan te geven.
Onder Albertus &
Isabella wordt er in 1612
een engelenkopje
ingevoerd als muntteken,
welke tot 1794 werd
gebruikt. Dit
engelenkopje is afgeleid
van de stadspatroon de
aartsengel Michael.
In Brussel zijn er van
1757 tot 1789 ook koperen
munten geslagen voor
Luxemburg, deze munten
dragen ook het muntteken
van Brussel. In 1790 zijn
er tijdens de Belgische
opstand tegen de
Oostenrijkers munten
geslagen op naam van de
verenigde Belgische
staten. Deze opstand werd
al na een paar maanden
neergeslagen maar toch
wisten zij een
uitgebreide serie munten
te slaan in deze korte
periode.
MUNTMEESTERS: |
VAN
- TOT: |
Lodewijk
van Nieuwkerken Cornelis van Liebeke Jaques de Bie Pieter van der Heyden Gilbert Clenarts Caspar Antheunis Pieter van Vreeckem Israel de Witte Ernest van Veen Jean de le Court Augustin Pauwels Thomas van der Motten Jean-Joseph Wouters |
1592
- 1593 1601 1612 - 1613 1614 - 1622 1623 - 1638 1639 - 1642 1649 - 1680 1681 - 1692 1712 - 1713 1712 - 1715 1744 - 1745 1757 - 1776 1776 - 1794 |
De munten van Philips II
(1555-1598)
Op 25 oktober 1555 nam
Philips II het gezag over
van zijn vader, keizer
Karel V. Op de Brusselse
munten van Philips II is
een gekroond
Oostenrijks-Bourgondisch
wapenschild gebruikt,
verdeeld in meerdere kwartieren.
1 = Wapen van Oostenrijk
(Zilveren faas).
2 = Wapen van Valois (3
lelies).
3 = Wapen van Bourgondië
(3 schuine balken in
blauw en goud).
4 = Wapen van Brabant
(Gouden leeuw).
5 = Wapen van Vlaanderen
(Zwarte leeuw).
BRU.1: maille.(GH.235)
VOORZIJDE: Borstbeeld van
Philips II met kroon,
naar rechts.
TEKST: PHS. D:G. HISP. Z.
REX. DVX. BR. (of
variant). Onder het
borstbeeld de laatste 2
cijfers van het jaartal
gescheiden door een B. De
tekst is voluit:
Philippus Dei gratia
Hispaniarum rex dux
Brabant, en betekent:
Philips, bij Gods gratie
koning van Spanje en
hertog van Brabant.
KEERZIJDE: Gekroond
Oostenrijks-Bourgondisch
wapenschild (1) gelegen
op een kruis.
TEKST: .DOMINVS. MIHI.
ADIVTOR. (of variant).
Dit betekent: de Heer is
mijn helper.
Muntmeester:
Lodewijk van Nieuwkerken.
(15)93
Info:
De maille was een net als
de latere denier een
muntje met een waarde van
een derde oord. Zij werden geslagen
met een gewicht van ca.
1,81 gram (135 stuks uit
een mark).
BRU.2: Bourgondische
duit.(GH.234)
VOORZIJDE: Een scheef
geplaatst stokken kruis
welke door een vuurijzer
heen gestoken is. Van het
vuurijzer springen vonken
af en eronder hangt een
lammetje, dit is het
teken van de orde van het
gulden vlies. Boven het
kruis is een kroontje
geplaatst en aan
weerszijden van het kruis
staat het jaartal.
TEKST: PHS. D:G. HISP. Z.
REX. DVX. BRA. (of
variant). De tekst is
voluit: Philippus Dei
gratia Hispaniarum z rex
dux Brabant, dit
betekent: Philips, bij
Gods gratie koning van
Spanje en hertog van
Brabant.
KEERZIJDE: Gekroond
Oostenrijks-Bourgondisch
wapenschild (1).
TEKST: .DOMINVS. MIHI.
ADIVTOR (of variant) en
een B, dit betekent: de
Heer is mijn helper.
Muntmeester:
Lodewijk van Nieuwkerken.
1593
Info:
Deze
"Bourgondische"
duiten werden geslagen
met een gewicht van 2,72
gram (90 uit een mark).
De munten van Albertus
& Isabella
(1598-1621)
Op 6 mei 1598 werd te
Madrid een akte getekend
waarin Philips II de
Nederlanden na zijn dood
aan zijn dochter Isabella
en haar verloofde
Albertus van Oostenrijk
schonk. Mocht hun
huwelijk kinderloos
blijven dan vervallen de
Nederlanden na hun dood
weer aan de Spaanse
kroon. Na de dood van
Philips II op 13
september 1598 treed deze
akte in werking en
Isabella huwt op 14 april
1599 te Ferrara (in
Italië) met Albertus van
Oostenrijk. Samen nemen
zij de taak op zich om de
Nederlanden te gaan
besturen. Zij hopen ook
het noorden voor zich te
winnen maar de opstandige
gewesten willen niets
weten van een verzoening
en dus gaat de oorlog ook
onder Albertus &
Isabella gewoon door.
Op de Brusselse koperen
munten van Albertus en
Isabella komt het
volgende wapenschild
voor:
Wapen 1: |
1 = Oostenrijk (Zilveren
faas).
2 = Bourgondië (3
schuine balken in blauw
en goud).
3 = Wapen van Brabant
(Gouden leeuw).
BRU.3: gigot (duit).(GH.300 -
AvK.27)
VOORZIJDE: Schuin
geplaatst stokkenkruis
dat door een vuurijzer is
heen gestoken. Aan het
vuurijzer hangt de keten
van de orde van het
gulden vlies en aan
weerszijden het jaartal.
TEKST: .ALBERTVS. ET.
ELISABET. D:G. (of
variant). Dit is voluit:
Albertus et Elisabeth Dei
gratia en betekent:
Albertus en Elisabeth,
bij Gods gratie (de tekst
gaat op de keerzijde
verder).
KEERZIJDE: Gekroond
wapenschild (2) met meerdere kwartieren.
TEKST: (hoofd).ARCHID. AVST.
DVC. BVRG. B. C. (of
variant). Dit is voluit:
Archiduces Austria duces
Burgundie et Brabant en
betekent: aartshertogen
van Oostenrijk en
hertogen van Bourgondië
en Brabant.
Muntmeester:
Pieter van der Heyden.
1615
1616
Voorkomende voor- en
keerzijde varianten:
VZ: A: (hoofd) .ALBERTVS. ET.
ELISABET. D:G.
B:
(hoofd) ALBERTVS. ET. ELISABET. D.G.
C:
(hoofd) ALBERTVS ET ELISABET D
G
KZ: a: .ARCHID. AVST. DVC.
BVRG B Z.
b: .ARCHID. AVST. DVC. BVRG. B.
Zc.
c: .ARCHID. AVST. DVC. BVRG.
BR. Z.
d: .ARCHID. AVST. DVC. BVRG. R.
Z.
e: .ARCHID. AVST. DVC. BVRG. R
Zc
Info:
Geslagen volgens de
nieuwe muntvoet die sinds
1606 gold. Voorschrift
128 stuks uit een mark,
dit geeft een gewicht van
ca. 1,92 gram per stuk.
Geslagen aantallen:
Periode 5 mei 1615 tot 20
juni 1616 ca. 1.799.672
stuks.
Periode 21 juni 1616 tot
14 juni 1617 ca. 68.320
stuks.
De munten van Philips IV
(1621-1665)
Omdat aartshertog
Albertus in 1621
kinderloos komt te
overlijden vervallen de
zuidelijke Nederlanden
weer aan de Spaanse
troon. Isabella bleef nog
wel tot haar dood
regentes. Op de munten
verschijnt nu het portret
en het wapen van de
Spaanse koning Philips
IV.
Op de Brusselse koperen
munten van Philips IV
verschijnen 2 types
wapenschilden:
Wapen 1: |
1 = Oostenrijk (Zilveren
faas).
2 = Bourgondië (3
schuine balken in blauw
en goud).
3 = Wapen van Brabant
(Gouden leeuw).
Wapen 2: |
1 = Castilië (Kasteel).
2 = Leon (Leeuw met
gouden kroon).
3 = Aragon (4 rode
palen).
4 = Sicilië (Bestaat uit
de 4 rode palen van
Aragon en de adelaar van
Hohenstaufen).
5 = Portugal (5 blauwe
schildjes in een rand van
7 gouden kasteeltjes).
6 = Oostenrijk (Zilveren
faas).
7 = Bourgondië (3
schuine balken in blauw
en goud).
8 = Valois (3 Lelies).
9 = Brabant (Gouden
leeuw).
10 = Vlaanderen (Zwarte
leeuw).
11 = Tirol (Rode
adelaar).
BRU.4: gigot (duit).(GH.338 -
AvK.74)
VOORZIJDE: Schuin
geplaatst stokkenkruis,
door een gekroond
vuurijzer gestoken. Aan
het vuurijzer hangt de
keten van de orde van het
gulden vlies en aan
weerszijden staat het
jaartal.
TEKST: (hoofd) .PHIL. IIII. D.G.
HISP. ET. INDIAR. REX.
(of variant). Dit is
voluit: Philippus IIII
Dei gratia Hispaniarum et
Indiarum rex, en
betekent: Philips IIII,
bij Gods gratie koning
van Spanje en de Indiën
(de tekst gaat op de
keerzijde verder).
KEERZIJDE: Gekroond
wapenschild (1) met meerdere kwartieren.
TEKST: .ARCHID. AVS. DVX.
BVRG. BRAB. Zc (of
variant). Dit is voluit:
Archidux Austria
Burgundie Brabant z c:
aartshertog van
Oostenrijk, hertog van
Bourgondië en Brabant.
Muntmeester:
Gilbert Clenarts.
1626
Muntmeester:
Pieter van Vreeckem.
1647
1648
1650
1654
1655
Voorkomende voor- en
keerzijde varianten:
VZ: A: (hoofd) .PHIL. IIII. D.G. HISP.
ET. INDIAR. REX.
KZ: a: ARCH. AVS. DVX. BVRG.
BRAB. Zc.
b: .ARCHID. AVS. DVX. BVRG.
BRAB. Zc.
Info:
Variant Ab (1654), particuliere collectie.
Voorschrift 128 stuks uit
een mark, dit geeft een
gewicht van ca. 1,92 gram
per stuk.
Geslagen aantallen:
Periode 22 maart 1645 tot
19 december 1648 ca. 4.540
stuks.
Periode 14 maart 1650 tot
5 juli 1651 ca. 63.440
stuks.
Periode 19 maart 1653 tot
1 augustus 1654 ca. 63.120
stuks.
Periode 1 april 1655 tot
20 juli 1656 ca. 63.584
stuks.
BRU.5: liard (oord).(GH.336 -
AvK.71)
VOORZIJDE: Gekroond
vuurijzer omgeven door 3
wapenschildjes. Links
Oostenrijk, rechts
Bourgondië en onder
Brabant.
TEKST: (hoofd) .PHIL. IIII. D.G.
HISP. ET INDIAR. REX. (of
variant). Dit is voluit:
Philippus IIII Dei gratia
Hispaniarum et Indiarum
rex, en betekent: Philips
IIII, bij Gods gratie
koning van Spanje en de
Indiën (de tekst gaat op
de keerzijde verder).
KEERZIJDE: Gekroonde
wapenschild (2) met meerdere kwartieren.
TEKST: .ARCHID. AVS. DVX.
BVRG. BRAB. Zc. (of
variant). Dit is voluit:
Archidux Austria dux
Burgundie Brabant Z c, en
betekent: aartshertog van
Oostenrijk, hertog van
Bourgondië en Brabant.
Muntmeester:
1643
1644
1647
1648
Muntmeester:
Pieter van Vreeckem.
1635*
1650
1652
1653
1655
1656
1659
1660
* foutief gesneden 1653
Voorkomende voor- en
keerzijde varianten:
VZ: A: (hoofd) .PHIL. IIII. D.G. HISP.
ET. INDIAR. REX.
KZ: a: .ARCHID. AVS. DVX.
BVRG. BRAB. Zc.
b: .ARCHID. AVS. DVX.
BVRG: BRAB. Zc.
Info:
Voorschrift 64 stuks uit
een mark, dit geeft een
gewicht van ca. 3,84 gram
per stuk.
Geslagen aantallen:
Periode 14 mei 1642 tot 9
februari 1645 ca. 1.725.688
stuks.
Periode 22 maart 1645 tot
19 december 1648 ca.
576.936 stuks.
Periode 14 maart 1650 tot
5 juli 1651 ca. 196.084
stuks.
Periode 4 december 1651
tot 19 maart 1653 ca.
506.784 stuks.
Periode 19 maart 1653 tot
1 augustus 1654 ca.
363.068 stuks.
Periode 7 augustus 1654
tot 31 maart 1655 ca.
273.580 stuks.
Periode 1 april 1655 tot
20 juli 1656 ca. 59.8624
stuks.
Periode 30 juni 1659 tot
28 augustus 1660 ca.
25.152 stuks.
De munten van Karel II
(1665-1700)
Karel II volgde op 4
jarige leeftijd zijn
vader Philips IV op. Het
regentschap tot zijn
meerderjarigheid in 1676
wordt waargenomen door
zijn moeder, Maria Anna
van Oostenrijk. De
wapenschilden 1 en 2 van
de Spaanse koning Karel
II zijn dezelfde als die
van zijn voorganger (zie
voor afbeelding en
verklaring bij Philips
IV). Op enkele Brusselse
oorden komt echter een
wapenschild voor met maar
5 kwartieren zoals bij
Philips II.
Wapen 3: |
1 = Wapen van Oostenrijk
(Zilveren faas).
2 = Wapen van Valois (3
lelies).
3 = Wapen van Bourgondië
(3 schuine balken in
blauw en goud).
4 = Wapen van Brabant
(Gouden leeuw).
5 = Wapen van Vlaanderen
(Zwarte leeuw).
BRU.6: gigot (duit).(GH.357 -
AvK.117)
VOORZIJDE: Schuin
geplaatst stokkenkruis
welke door een vuurijzer
is heen gestoken, aan
weerszijden het jaartal.
Aan het vuurijzer hangt
de keten van de orde van
het gulden vlies.
TEKST: (hoofd) CAROL. II. D.G.
HISP. ET. INDIAR. REX.
(of variant). Dit is
voluit: Carolus II Dei
gratia Hispaniarum et
Indiarum rex, en betekent: Karel II, bij
Gods gratie koning van
Spanje en de Indiën (de
tekst gaat op de
keerzijde verder).
KEERZIJDE: Gekroond
Bourgondisch wapenschild
(1).
TEKST: .ARCHID. AVST.
DVX. BVRG. BRAB. Z. (of
variant). Dit is voluit:
Archidux Austria Dux
Burgundie et Brabant, en
betekent: aartshertog van
Oostenrijk, hertog van
Bourgondië en Brabant.
Muntmeester:
Israel de Witte.
1685
Voorkomende voor- en
keerzijde varianten:
VZ: A: (hoofd) CAROL. II. D.G. HISP.
ET. INDIAR. REX.
KZ: a: .ARCHID. AVS. DVX.
BVRG. BRAB. Zc.
Info:
Geslagen met
handstempels, in de
periode 4 oktober 1683
tot 11 februari 1686 ca.
38.864.
BRU.7: gigot (duit).(GH.357 -
AvK.118)
VOORZIJDE: Schuin
geplaatst stokkenkruis
welke door een gekroond
vuurijzer is heen
gestoken, aan weerszijden
het jaartal. Aan het
vuurijzer hangt de keten
van de orde van het
gulden vlies.
TEKST: (hoofd) .CAROL II. D.G.
HISP. ET. INDIAR. REX.
(of variant). Dit is
voluit: Carolus II Dei
gratia Hispaniarum et
Indiarum rex, en
betekent: Karel II, bij
Gods gratie koning van
Spanje en de Indiën (de
tekst gaat op de
keerzijde verder).
KEERZIJDE: Gekroond
Bourgondisch wapenschild
(1).
TEKST: ARCH. AVS. DVX.
BVRG. BRAB. (of variant).
Dit is voluit: Archidux
Austria Dux Burgundie et
Brabant, en betekent:
aartshertog van
Oostenrijk, hertog van
Bourgondië en Brabant.
Muntmeester:
Israel de Witte.
1688
Voorkomende voor- en
keerzijde varianten:
VZ: A: (hoofd) CAROL. II. D.G. HISP.
ET. INDIAR. REX.
KZ: a: ARCH. AVS. DVX. BVRG.
BRAB. Z
Info:
Voorschrift 128 stuks uit
een mark, dit geeft een
gewicht van ca. 1,92 gram
per stuk. Geslagen op de
schroefpers, geen opgave
van slagaantallen bekend
volgens van Keymeulen.
BRU.8: liard (oord).(GH.356 -
AvK.112)
VOORZIJDE: Gekroond
vuurijzer omgeven door 3
wapenschildjes. Links
Oostenrijk, rechts
Bourgondië en onder
Brabant.
TEKST: (hoofd) CAROL. II. D.G.
HISP. ET. INDIAR. REX.
(of variant). Dit is
voluit: Carolus II Dei
gratia Hispaniarum et
Indiarum rex, en
betekent: Karel II, bij
Gods gratie koning van
Spanje en de Indiën (de
tekst gaat op de
keerzijde verder).
KEERZIJDE: Gekroond
Spaans wapenschild (2),
aan weerszijden het
jaartal.
TEKST: .ARCHID. AVST.
DVX. BVRG. BRAB. Zc. (of
variant). Dit is voluit:
Archidux Austria dux
Burgundie et Brabant, en
betekent: aartshertog van
Oostenrijk, hertog van
Bourgondië en Brabant.
Muntmeester:
Pieter van Vreeckem.
1680
Muntmeester:
Israel de Witte.
1685
Voorkomende voor- en
keerzijde varianten:
VZ: A: (hoofd) .CAROL. II. D.G. HISP.
ET. INDIAR. REX.
KZ: a: ARCHID. AVST. DVX.
BVRG. BRAB. Zc
Info:
Variant A? (1685), particuliere collectie.
Voorschrift 64 stuks uit
een mark, dit geeft een
gewicht van ca. 3,84 gram
per stuk.
Geslagen aantallen:
Periode 2 maart 1679 tot
1 juni 1680 ca. 67.246
stuks.
Periode 4 oktober 1683
tot 11 februari 1686 ca.
780.712 stuks.
BRU.9: liard (oord).(GH.356 -
AvK.113)
VOORZIJDE: Gekroond
vuurijzer omgeven door 3
wapenschildjes. Links
Oostenrijk, rechts
Bourgondië en onder
Brabant.
TEKST: (hoofd) CAROL. II. D.G.
HISP. ET. INDIARVM. REX
(of variant). Dit is
voluit: Carolus II Dei
gratia Hispaniarum et
Indiarum rex, en
betekent: Karel II, bij
Gods gratie koning van
Spanje en de Indiën (de
tekst gaat op de
keerzijde verder).
KEERZIJDE: Gekroond
Bourgondisch wapenschild
(3), aan weerszijden van
de kroon het jaartal. Het
wapenschild doorbreekt
aan de onderzijde de
tekst.
TEKST: .ARCD. AVST. -
.BVRG. BRAB (of variant).
Dit is voluit: Archidux
Austrie Burgundie et
Brabant, en betekent:
aartshertog van
Oostenrijk-Bourgondië en
Brabant.
Muntmeester:
Israel de Witte.
1690
1691
Voorkomende voor- en
keerzijde varianten:
VZ: A: (hoofd) CAROL. II. D.G. HISP.
ET. INDIARVM. REX
KZ: a: .ARCD. AVST - .BVRG.
BRAB. Z
Info:
Variant Aa (1690), particuliere collectie.
Variant Aa (1691), particuliere collectie.
1690 particuliere collectie
1691 particuliere collectie
Voorschrift 64 stuks uit
een mark, dit geeft een
gewicht van ca. 3,84 gram
per stuk.
Geslagen aantallen:
Periode 12 februari 1686
tot 11 februari 1689 ca.
5.236.896 stuks samen met
het type BRU.10 (deze
opgave wordt door van
Keymeulen genoemd, de
oorden bestaan echter
alleen van 1690 en 1691).
BRU.10: liard (oord).(NP.820 -
AvK.114)
VOORZIJDE: Gekroond
vuurijzer omgeven door 3
wapenschildjes. Links
Oostenrijk, rechts
Bourgondië en onder
Brabant.
TEKST: (hoofd) CAROL. II. D.G.
HISP. ET. INDIARVM. REX
(of variant). Dit is
voluit: Carolus II Dei
gratia Hispaniarum et
Indiarum rex, en
betekent: Karel II, bij
Gods gratie koning van
Spanje en de Indiën (de
tekst gaat op de
keerzijde verder).
KEERZIJDE: Gekroond
Bourgondisch wapenschild
(3), aan weerszijden van
de kroon het jaartal. Het
wapenschild doorbreekt de
tekst NIET.
TEKST: ARCHID AVST. DVX.
BVRG. BRAB (of variant).
Dit is voluit: Archidux
Austria dux Burgundie et
Brabant, en betekent:
aartshertog van
Oostenrijk, hertog van
Bourgondië en Brabant.
Muntmeester:
Israel de Witte.
1690
1691
Voorkomende voor- en
keerzijde varianten:
VZ: A: (hoofd) CAROL. II. D.G. HISP.
ET. INDIARVM. REX
KZ: a: ARCHID AVST. DVX.
BVRG. BRAB Z
Info:
Voorschrift 64 stuks uit
een mark, dit geeft een
gewicht van ca. 3,84 gram
per stuk.
Geslagen aantallen:
Periode 12 februari 1686
tot 11 februari 1689 ca.
5.236.896 stuks samen met
het type BRU.9 (deze
opgave wordt door van
Keymeulen genoemd, de
oorden bestaan echter
alleen van 1690 en 1691).
BRU.11: liard (oord).(NP.821/822
- AvK.115/116)
VOORZIJDE: Gekroond
vuurijzer omgeven door 3
wapenschildjes. Links
Oostenrijk, rechts
Bourgondië en onder
Brabant.
TEKST: (hoofd) CAROL. II. D.G.
HISP. ET. INDIARUM. REX.
(of variant). Dit is
voluit: Carolus II Dei
gratia Hispaniarum et
Indiarum rex, en
betekent: Karel II, bij
Gods gratie koning van
Spanje en de Indiën (de
tekst gaat op de
keerzijde verder).
KEERZIJDE: Gekroond
Spaans wapenschild (2),
aan weerszijden v/d kroon
het jaartal.
TEKST: .ARCH. AVS. DVX.
BVRG. BRAB (of variant).
Dit is voluit: Archidux
Austria dux Burgundie et
Brabant, en betekent:
aartshertog van
Oostenrijk, hertog van
Bourgondië en Brabant.
Muntmeester:
Israel de Witte.
1691
1692
1693
1695
Voorkomende voor- en
keerzijde varianten:
VZ: A: (hoofd) CAROL. II. D.G. HISP.
ET. INDIARUM. REX.
B: (hoofd) CAROL. II. D.G. HISP.
ET. INDIAR. REX.
KZ: a: .ARCH. AVS. DVX. BVRG.
BRAB
b: .ARCH. AVS. DVX. BVRG.
BRABc.
c: .ARCH. AVS. DVX. BVRG.
BRABc
d: .ARCHID. AVST. DVX. BVRG.
BRAB.Zc
(Z en c over elkaar)
e: .ARCHID. AVST. DVX. BVRG.
BRAB.Zc
I :
Wapenschild onder rond.
II:
Wapenschild onder met puntje.
Info:
Variant AdII (1691), particuliere collectie.
Variant AeII (1691), particuliere collectie.
Variant BbI (1691), particuliere collectie.
Voorschrift 64 stuks uit
een mark, dit geeft een
gewicht van ca. 3,84 gram
per stuk.
Geslagen aantallen:
Periode 29 juli 1692 tot
13 augustus 1695 ca.
3.655.024 stuks.
De munten van Karel VI
(1711-1740)
Na het kinderloos
overlijden van de Spaanse
koning Karel II op 1
november 1700, brak er
onenigheid uit over de
bezittingen van het
Spaanse rijk en dus ook
over de zuidelijke
Nederlanden. Karel II had
Philips van Anjou, 2e
kleinzoon van Lodewijk
XIV van Frankrijk, per
testament zijn gehele
rijk nagelaten. Philips
van Anjou werd zo koning
Philips V van Spanje. De
republiek, Engeland en de
Duitse keizer waren het
met deze gang van zaken
niet eens en dit ontaarde
in de Spaanse
successieoorlog die 10
jaar duurde omdat geen
van alle partijen elkaar
kon uitschakelen. Tijdens
de vrede van Utrecht in
1713 werd uiteindelijk
overeengekomen dat
Philips V koning van
Spanje bleef en dat de
Oostenrijkse pretendent
Karel III (sinds 12
oktober 1711 keizer Karel
VI van Duitsland) de
soevereiniteit over de
zuidelijke Nederlanden
kreeg.
BRU.12: liard (oord).(dM.1 -
AvK.155)
VOORZIJDE: Borstbeeld van
Karel VI naar links, met
daaronder een kopje.
TEKST: CAROLVS VI D:G: -
ROM: IMP: HISP: REX. (of
variant). Dit is voluit:
Carolus VI Dei gratia
Romanorum Imperator
Hispaniarum rex, en
betekent: Karel VI, bij
Gods gratie Duits keizer
en koning van Spanje (de
tekst gaat op de
keerzijde verder).
KEERZIJDE: Gekroond
monogram van drie maal de
letter C, boven de kroon
het jaar.
TEKST: .ARCHID. AVST.
DVX. BVRG. BRABANT. c.
(of variant). Dit is
voluit: Archidux Austria
dux Burgundie et Brabant,
en betekent: aartshertog
van Oostenrijk, hertog
van Bourgondië en
Brabant.
Muntmeester:
Jean de le Court.
1712
1713
1714
1715
Voorkomende voor- en
keerzijde varianten:
VZ: A: CAROLVS VI D:G: -
ROM: IMP: HISP: REX.
KZ: a: .ARCHID. AVST. DVX.
BVRG. BRABANT. Zc.
Info:
Voorschrift 64 stuks uit
een mark, dit geeft een
gewicht van ca. 3,84 gram
per stuk. Geslagen
aantallen: periode 6 mei
1712 tot 16 mei 1713 ca.
3.194.096 stuks.
Ook de liards van dit type geslagen te Brussel komen voor als overslag over oudere munten van Karel II.
De munten van Maria
Theresia (1740-1780)
Maria Theresia werd in
1717 geboren en huwde in
1736 met Frans van
Lotharingen. Na de dood
van haar vader, Karel VI,
brak er wederom
onenigheid uit over het
bezit van de Oostenrijkse
erflanden en de
zuidelijke Nederlanden.
Maria Theresia volgde
haar vader op maar
vertrouwde de
administratie over de
Nederlanden toe aan haar
zuster Anna en haar
echtgenoot Karel, hertog
van Lotharingen. Pruisen,
Beieren, Frankrijk en
Spanje betwisten echter
haar erfenis en de
Oostenrijkse
successieoorlog brak uit
(1740-1748). Hierdoor
verkreeg haar echtgenoot
pas in 1745 de titel van
keizer van Oostenrijk.
Frankrijk viel in 1745 de
zuidelijke Nederlanden
binnen maar moest deze,
toen uiteindelijk de
vrede werd getekend, toch
weer afstaan aan Maria
Theresia (verdrag van
Aken op 13 oktober 1746).
De koperen munten van
Maria Theresia hebben net
als die van Karel VI geen
wapen. Op de keerzijde
staat i.p.v. een wapen de
tekst AD USUM BELGII
AUSTR. (voor gebruik in
de Oostenrijkse
Nederlanden).
BRU.13: liard (oord).(AvK.210)
VOORZIJDE: Borstbeeld van
Maria Theresia naar
rechts.
TEKST: MAR. TH. D:G.
HUNG. BOH. - R. AR. AUS.
D. BURG. (of variant).
Dit is voluit: Maria
Theresia Dei gratia
Hungaria Bohemia regina,
Archidux Austria, dux
Burgundie, en betekent:
Maria Theresia, bij Gods
gratie koningin van
Hongarije en Bohemen,
Aartshertogin van
Oostenrijk en hertogin
van Bourgondië.
KEERZIJDE: AD / USUM /
BELGII / AUSTR / jaartal.
/ (hoofd) Dit betekent: voor
gebruik in de
Oostenrijkse Nederlanden.
Muntmeester:
Augustin Pauwels.
1744
1745
Voorkomende voor- en
keerzijde varianten:
VZ: A: MAR. TH. D:G. HUNG.
BOH. - R. AR. AUS. D. BURG.
KZ: a: AD / USUM / BELGII
/ AUSTR. / jaar. /
(hoofd)
Info:
Voorschrift 64 stuks uit
een mark, dit geeft een
gewicht van ca. 3,84 gram
per stuk. Geslagen
aantallen van de jaren
1744 en 1745 is totaal
ca. 5.527.104 stuks.
Bij deze munten valt op
dat de letter U als U
geschreven wordt en niet
meer als V. Op 17 april
1752 vaardigden de
Staten-Generaal een
plakkaat uit waarin de
zogenaamde Brabantse
"Koninginne
oortjes" in Staats
Vlaanderen niet meer
gangbaar werden verklaard
voor 2 duiten maar
slechts voor 1 duit.
BRU.14: liard (oord).(AvK.214)
VOORZIJDE: Gesluierd
borstbeeld van Maria
Theresia naar rechts.
TEKST: M. T. D.G. R. IMP.
G. H. - B. REG. A. A. D.
BURG. (of variant). Dit
is voluit: Maria Theresia
Dei gratia Romanorum imperatrix, Germania,
Hungaria, Bohemia regina, archidux Austria, dux Burgundie, en betekent: Maria
Theresia, bij Gods gratie Rooms keizerin, koningin van Duitsland, Hongarije en
Bohemen, Aartshertogin van Oostenrijk en hertogin van Bourgondië.
KEERZIJDE: AD / USUM /
BELGII / AUSTR. / jaar. /
(hoofd) Dit betekent: voor
gebruik in de
Oostenrijkse Nederlanden.
Muntmeester:
Jean-Joseph Wouters.
1776
1778
1777/76
1780
1777
1778/77
Voorkomende voor- en
keerzijde varianten:
VZ: A: M. T. D. G. R. IMP. G. H.
- B. REG. A. A. D. BURG.
KZ: a: AD / USUM / BELGII
/ AUSTR. / jaar. /
(hoofd)
Info:
Variant Aa (1777),
particuliere collectie.
Variant Aa (1778),
particuliere collectie.
Voorschrift 64 stuks uit
een mark, dit geeft een
gewicht van ca. 3,84 gram
per stuk. Geslagen
aantallen van de jaren
1776 en 1780 is niet
bekend. In 1777 zijn ca.
2.769.421 stuks geslagen en
in 1778 ca. 3.957.421
stuks. Bij deze munten
valt op dat de letter U
als U geschreven wordt en
niet meer als V.
BRU.15: dubbele liard (dubbel oord).(AvK.213)
VOORZIJDE: Gesluierd
borstbeeld van Maria
Theresia naar rechts.
TEKST: M. T. D.G. R. IMP.
G. H. B. REG. A. A. D.
BURG. (of variant). Dit
is voluit: Maria Theresia
Dei gratia Romanorum imperatrix, Germania,
Hungaria, Bohemia regina, archidux Austria, dux Burgundie, en betekent: Maria
Theresia, bij Gods gratie Rooms keizerin, koningin van Duitsland, Hongarije en
Bohemen, Aartshertogin van Oostenrijk en hertogin van Bourgondië.
KEERZIJDE: AD / USUM /
BELGII / AUSTR. / jaar. /
(hoofd) binnen een
takkenversiering. Dit
betekent: voor gebruik in
de Oostenrijkse
Nederlanden.
Muntmeester:
Jean-Joseph Wouters.
1777
1778/77
1778
1780
Voorkomende voor- en
keerzijde varianten:
VZ: A: M. T. D. G. R. IMP. G. H.
- B. REG. A. A. D. BURG.
B: M. T. D. G. R. IMP. G. H. B.
REG. A. A. D. BURG.
KZ: a: AD / USUM / BELGII
/ AUSTR. / jaar. /
(hoofd)
Info:
Variant Aa (1777),
particuliere collectie.
Voorschrift 32 stuks uit
een mark, dit geeft een
gewicht van ca. 7,69 gram
per stuk. Geslagen
aantallen van het jaar
1780 is niet bekend. In
1777 zijn ca. 1.371.501
stuks geslagen en in 1778 ca. 1.443.372 stuks. Bij
deze munten valt op dat
de letter U als U
geschreven wordt en niet
meer als V.
De munten van Jozef II
(1780-1790)
Na de dood van zijn vader
Frans van Lotharingen in
1765 was Jozef II deze
reeds opgevolgd als
keizer van Oostenrijk.
Toen zijn moeder Maria
Theresia overleed in 1780
nam hij ook het bewind
over in de Oostenrijkse
Nederlanden. Door zijn
talrijke hervormingen
brak er in 1789 een
opstand uit tegen het
Oostenrijkse gezag. De
Oostenrijkse troepen
werden uit de zuidelijke
Nederlanden verdreven
behalve uit Luxemburg.
Door tweedracht onder de
patriotten konden de
Oostenrijkers het gebied
echter weer innemen.
BRU.16: liard (oord).(AvK.231)
VOORZIJDE: Borstbeeld van
Jozef II naar rechts.
TEKST: JOS. II. D.G. - R.
IMP. D. B. (of variant).
Dit is voluit: Josephus
II Dei gratia rex
imperiales dux Burgundie,
en betekent: Jozef II,
bij Gods gratie keizer
van het Roomse rijk,
hertog van Bourgondië.
KEERZIJDE: AD / USUM /
BELGII / AUSTR. / jaar. /
(hoofd) Dit betekent: voor
gebruik in de
Oostenrijkse Nederlanden.
Muntmeester:
Jean-Joseph Wouters.
1781
1788
1782
1789
1787
Voorkomende voor- en
keerzijde varianten:
VZ: A: JOS. II. D.G. - R.
IMP. D. B.
KZ: a: AD / USUM / BELGII
/ AUSTR. / jaar. /
(hoofd)
Info:
Variant Aa (1789),
particuliere collectie.
Voorschrift 64 stuks uit
een mark, dit geeft een
gewicht van ca. 3,84 gram
per stuk. Geslagen
aantallen van de jaren
1781 en 1782 gezamenlijk
is ca. 1.656.372 stuks. In
1787 zijn ca. 135.731
stuks geslagen, in 1788 ca. 1.184.633 stuks en in
1789 ca. 654.628 stuks.
Bij deze munten valt op
dat de letter U als U
geschreven wordt en niet
meer als V.
BRU.17: dubbele liard (dubbel oord).(AvK.230)
VOORZIJDE: Borstbeeld van
Jozef II naar rechts.
TEKST: JOS. II. D.G. R.
IMP. D. B. (of variant).
Dit is voluit: Josephus
II Dei gratia rex
imperiales dux Burgundie,
en betekent: Jozef II,
bij Gods gratie keizer
van het Roomse rijk,
hertog van Bourgondië.
KEERZIJDE: AD / USUM /
BELGII / AUSTR. / jaar. /
(hoofd) binnen een
takkenversiering. Dit
betekent: voor gebruik in
de Oostenrijkse
Nederlanden.
Muntmeester:
Jean-Joseph Wouters.
1781
1788
1782
1789
1787
Voorkomende voor- en
keerzijde varianten:
VZ: A: JOS. II. D.G. - R.
IMP. D. B.
KZ: a: AD / USUM / BELGII
/ AUSTR. / jaar. /
(hoofd)
Info:
Variant Aa (1782),
particuliere collectie.
Variant Aa (1789),
particuliere collectie.
Voorschrift 32 stuks uit
een mark, dit geeft een
gewicht van ca. 7,69 gram
per stuk. Geslagen
aantallen van de jaren
1781 en 1782 gezamenlijk
is ca. 898.342 stuks. In
1787 zijn ca. 66.787 stuks
geslagen, in 1788 ca.
728.852 stuks en in 1789 ca. 194.774 stuks. Bij
deze munten valt op dat
de letter U als U
geschreven wordt en niet
meer als V.
De munten van de
verenigde Belgische
staten
In navolging van de
Franse revolutie brak in
december 1789 een opstand
uit tegen de Oostenrijkse
overheersing in de
zuidelijke Nederlanden.
Deze werd in het najaar
van 1790 echter bloedig
neergeslagen door de
Oostenrijkse troepen. In
de korte periode van nog
geen jaar is het de
verenigde Belgische
staten wel gelukt om een
complete serie munten uit
te geven waaronder ook
koperen oorden en dubbele
oorden.
BRU.18: liard (oord).(AvK.245)
VOORZIJDE: Leeuw naar
rechts met vrijheidshoed
op een speer.
KEERZIJDE: AD / USUM /
FOEDERATI / BELGII /
jaar. / (hoofd) Dit betekent:
voor gebruik in de
verenigde Belgische
staten.
Muntmeester:
1790
Voorkomende keerzijde
varianten:
KZ: a: AD / USUM / FŒDERATI
/ BELGII. / jaar. /
(hoofd)
Info:
Variant a (1790),
particuliere collectie.
Voorschrift 64 stuks uit
een mark, is een gewicht
van ca. 3,82 gram en diameter 22 mm. Oplage ca. 359.031 stuks.
BRU.19: dubbele liard (dubbel oord).(AvK.244)
VOORZIJDE: Leeuw naar
rechts met vrijheidshoed
op een speer.
KEERZIJDE: AD / USUM /
FOEDERATI / BELGII /
jaar. / (hoofd) binnen een
takkenversiering. Dit
betekent: voor gebruik in
de verenigde Belgische
staten.
Muntmeester:
1790
Voorkomende keerzijde
varianten:
KZ: a: AD / USUM /
FŒDERATI / BELGII. /
jaar. /
(hoofd)
Info:
Variant a (1790),
particuliere collectie.
Voorschrift 32 stuks uit
een mark, is een gewicht
van ca. 7,65 gram en diameter 27 mm. Oplage ca. 763.314 stuks.
De munten van Leopold II
(1790-1792)
Peter Valentin Jozef
Anton Joachim Pius
(1747-1792), broer en
opvolger van Jozef II.
Hij regeerde als
groothertog Leopold I
over Toscane (1765-92).
Hij herriep de door zijn
broer uitgevaardigde
edicten die mede oorzaak
waren van de opstand van
1789/1790. Op 21 maart
1792 overleed hij
onverwachts.
BRU.20: liard (oord).(AvK.250)
VOORZIJDE: Borstbeeld van
Leopold II naar rechts.
TEKST: LEOP. II. D.G. -
R. IMP. D. B. (of
variant). Dit is voluit:
Leopoldus II Dei gratia
rex imperiales dux
Burgundie, en betekent:
Jozef II, bij Gods gratie
keizer van het Roomse
rijk, hertog van
Bourgondië.
KEERZIJDE: AD / USUM /
BELGII / AUSTR. / jaar. /
(hoofd) Dit betekent: voor
gebruik in de
Oostenrijkse Nederlanden.
Muntmeester:
Jean-Joseph Wouters.
1791
1792
Voorkomende voor- en
keerzijde varianten:
VZ: A: LEOP. II. D.G. -
R. IMP. D. B.
KZ: a: AD / USUM / BELGII
/ AUSTR. / jaar. /
(hoofd)
Info:
Voorschrift 64 stuks uit
een mark, dit geeft een
gewicht van ca. 3,84 gram
per stuk. In 1791 zijn
ca. 479.750 stuks geslagen
en in 1792 ca. 266.338
stuks.
BRU.21: dubbele liard (dubbel oord).(AvK.249)
VOORZIJDE: Borstbeeld van
Leopold II naar rechts.
TEKST: LEOP. II. D.G. R.
IMP. D. B. (of variant).
Dit is voluit: Leopoldus
II Dei gratia rex
imperiales dux Burgundie,
en betekent: Leopold II,
bij Gods gratie keizer
van het Roomse rijk,
hertog van Bourgondië.
KEERZIJDE: AD / USUM /
BELGII / AUSTR. / jaar. /
(hoofd) binnen een
takkenversiering. Dit
betekent: voor gebruik in
de Oostenrijkse
Nederlanden.
Muntmeester:
Jean-Joseph Wouters.
1791
1792
Voorkomende voor- en
keerzijde varianten:
VZ: A: LEOP. II. D.G. R. IMP. D. B.
KZ: a: AD / USUM / BELGII
/ AUSTR. / jaar. /
(hoofd)
Info:
Voorschrift 32 stuks uit
een mark, dit geeft een
gewicht van ca. 7,69 gram
per stuk. In 1791 zijn
ca. 210.234 stuks geslagen
en in 1792 ca. 83.368
stuks.
De munten van Frans II
(1792-1794)
Frans II was de zoon van
Leopold II en volgde in
maart 1792 zijn vader op.
Van 1792-1806 was hij
keizer van het heilige
roomse rijk, en van
1804-1835 keizer van
Oostenrijk. Hij was
slechts vorst over de
zuidelijke Nederlanden
van 1792-1794. Op 20
april 1792 namelijk
verklaarde Frankrijk hem
de oorlog en reeds in
november 1792 had
Frankrijk alles al bezet
behalve Luxemburg. Na de
overwinning van de
Fransen bij Fleurus in
1794 raakte Oostenrijk de
zuidelijke Nederlanden
definitief kwijt en zij
werden ingelijfd door de
troepen van Napoleon.
BRU.22: liard (oord).(AvK.260)
VOORZIJDE: Borstbeeld van
Frans II naar rechts.
TEKST: FRANC. II. D.G. -
R. IMP. D. B. (of
variant). Dit is voluit:
Franciscus II Dei gratia
rex imperiales dux
Burgundie, en betekent:
Frans II, bij Gods gratie
keizer van het Roomse
rijk, hertog van
Bourgondië.
KEERZIJDE: AD / USUM /
BELGII / AUSTR. / jaar. /
(hoofd) Dit betekent: voor
gebruik in de
Oostenrijkse Nederlanden.
Muntmeester:
Jean-Joseph Wouters.
1792
1793
1794
Voorkomende voor- en
keerzijde varianten:
VZ: A: FRANC. II. D.G. -
R. IMP. D. B.
KZ: a: AD / USUM / BELGII
/ AUSTR. / jaar. /
(hoofd)
b: A.D / USUM / BELGII /
AUSTR. / jaar. / (hoofd)
Info:
Variant Ab (1794),
particuliere collectie.
Variant Aa (1794),
particuliere collectie.
Voorschrift 64 stuks uit
een mark, dit geeft een
gewicht van ca. 3,84 gram
per stuk. In 1792 zijn
ca. 128.407 stuks
geslagen, de
slagaantallen van 1793 en
1794 zijn niet bekend.
BRU.23: dubbele liard (dubbel oord).(AvK.259)
VOORZIJDE: Borstbeeld van
Frans II naar rechts.
TEKST: FRANC. II. - D.G.
R. IMP. D. B. (of
variant). Dit is voluit:
Franciscus II Dei gratia
rex imperiales dux
Burgundie, en betekent:
Frans II, bij Gods gratie
keizer van het Roomse
rijk, hertog van
Bourgondië.
KEERZIJDE: AD / USUM /
BELGII / AUSTR. / jaar. /
(hoofd) binnen een
takkenversiering. Dit
betekent: voor gebruik in
de Oostenrijkse
Nederlanden.
Muntmeester:
Jean-Joseph Wouters.
1793
1794
Voorkomende voor- en
keerzijde varianten:
VZ: A: FRANC. II. - D.G.
R. IMP. D. B.
KZ: a: AD / USUM / BELGII
/ AUSTR. / jaar. /
(hoofd)
Info:
Variant Aa (1793), particuliere collectie.
Variant Aa (1794), particuliere collectie.
Voorschrift 32 stuks uit
een mark, dit geeft een
gewicht van ca. 7,69 gram
per stuk. De
slagaantallen zijn niet
bekend.
Munten geslagen te
Brussel en bestemd voor
Luxemburg
Onder Maria Theresia en
Jozef II zijn er te
Brussel koperen munten
geslagen voor Luxemburg.
De tekst op de oorden en
dubbele oorden uit 1757
van Maria Theresia lijkt
veel op die van de
zuidelijke Nederlanden,
namelijk: AD USUM DUCATUS
LUXEM (voor gebruik in
het hertogdom Luxemburg).
De latere duiten, oorden,
dubbele oorden en
stuivers dragen het
Luxemburgse wapen en/of
een gekroond monogram. De
munten dragen als
muntteken het kopje van
Brussel.
Onder Maria Theresia zijn
er geslagen:
Duit ( sol) met wapen van
Luxemburg: 1775
Oord met borstbeeld van
Maria Theresia: 1757
Oorden met wapen van
Luxemburg en monogram:
1759 & 1760
Dubbele oorden met
borstbeeld van Maria
Theresia: 1757
Dubbele oorden met wapen
van Luxemburg en
monogram: 1759 & 1760
Onder Jozef II zijn er
geslagen:
Duit (demi liard) met
wapen van Luxemburg:
1783, 1784 & 1789
Dubbele oorden met wapen
van Luxemburg en
monogram: 1789
Stuiver (1 sol): 1786
Onder Leopold II konden
er vanwege de Belgische
opstand in 1790 geen
munten geslagen worden te
Brussel. Er zijn toen
voor Luxemburg stuivers
(sols) geslagen in het
Oostenrijkse munthuis te
Günzburg (nu gelegen in
Duitsland) met het
jaartal 1790.