Aanvulling frankeerzegels "bontkraag":
Tuberculose zegels:
0086 - 5+5 cent grijsviolet, kamtanding 12½.
Afbeelding van het Nederlandse wapen omgeven door gestileerde
voorstellingen van lucht, licht en levenskracht. Oplage: 1.000.000 stuks.
0085 - 3+3 cent olijfgroen, kamtanding 12½.
Afbeelding van het Nederlandse wapen omgeven door gestileerde
voorstellingen van lucht, licht en levenskracht. Oplage: 1.000.000 stuks.
0084 - 1+1 cent rood, kamtanding 12½.
Afbeelding van het Nederlandse wapen omgeven door gestileerde
voorstellingen van lucht, licht en levenskracht. Oplage: 1.000.000 stuks.
0066 - 17½ cent violet, kamtanding 12½.
Afbeelding van koningin Wilhelmina met bontkraag. Oplage: 1.969.200 stuks.
Tot 1906 waren de uitgiften van de post steeds
frankeerzegels geweest zonder verder filatelistisch of winstgevend
oogmerk. Echter eind 1906 kwam hier langzaam verandering in. Toen
werd voor het eerst een serie zegels uitgegeven met toeslag waarvan
de opbrengst was bedoeld voor de "Amsterdamsche Vereeniging tot
Bestrijding der
Tuberculose". De toeslag staat op de zegels niet vermeld omdat
dit door de UPU nog niet was voorgeschreven maar was
bijzonder fors, namelijk net zoveel als de frankeerwaarde. De
verkooptermijn was bijzonder kort namelijk van 21 december 1906 tot
3 januari 1907 terwijl het einde van de geldigheid was bepaald op
31 december 1907. De frankeerwaarden waren zo gekozen dat de zegels
ruim gebruikt konden worden. Zo kon de 1 cent worden gebruikt op
drukwerk, de 3 cent op lokale brieven en de 5 cent op interlokale
brieven. Door de hoge toeslag en de korte verkooptermijn zijn echt
gelopen exemplaren echter schaars. De meeste gestempelde exemplaren
zijn voorzien van het zogenaamde "welwillendheidsstempel" met het
inschrift AMSTERDAM - 31 JAN. 07 10-12N. Dit stempel werd
aangebracht op de niet verkochte zegels die ter beschikking werden
gesteld aan de vereniging ter bestrijding van tuberculose. Omdat er
zo weinig zegels werkelijk verkocht werden kon de vereniging deze
zegels verkopen om nog enige inkomsten te creëren. De verkochte
hoeveelheden aan de postkantoren waren: van de 1 cent 400.000, van
de 3 cent 180.000 en van de 5 cent 230.000 stuks.
Ontwerp A.J. Derkinderen en de gravure voor de boekdruk was van de
hand van H. Raeder. Einde van de geldigheid was bepaald op 31
december 1907.
In 1906 werd op verzoek van de gebruikers een
zegel van 17½ cent ingevoerd welke o.a van pas kwam om brieven van
de 2e gewichtsklasse naar België te versturen. Einde geldigheid van deze zegel was
ook bepaald op
31 december 1935.