Aanvulling frankeerzegels "bontkraag":
Opruimingsuitgifte "bontkraag":
0103 - 60 cent op 30 cent violet, kamtanding 12½.
Afbeelding van koningin Wilhelmina met bontkraag. Oplage: 1.412.898 stuks.
0102 - 40 cent op 30 cent violet, kamtanding 12½.
Afbeelding van koningin Wilhelmina met bontkraag. Oplage: 1.388.071 stuks.
0059 - 4½ cent violet, kamtanding 12½.
Afbeelding van koningin Wilhelmina met bontkraag. Oplage: 3.766.400 stuks.
Door dezelfde wijziging van de postwet van 1
februari 1919 waren de zegels van 30 cent overbodig geworden. Het 1e
tarief voor postpakketten werd namelijk verhoogd van 20 naar 40 cent
en het 3e tarief van 30 naar 60 cent. Het 2e tarief werd verhoogd
van 25 naar 50 cent maar een zegel met deze waarde bestond reeds.
Door deze verhoging ontstond vraag naar zegels van 40 en 60 cent.
Als tussenoplossing werden de overbodig geworden zegels van 30 cent
uitbracht met opdruk 40 en 60 cent totdat er nieuwe zegels in deze
waarden beschikbaar zouden komen. Einde geldigheid van deze
overdrukte zegels was ook bepaald op 31 december 1935.
Vanwege gewijzigde tarieven en wensen van het
publiek werd de bontkraag serie in 1919 nogmaals uitgebreid, nu met
een zegel
van 4½ cent. Deze was nuttig geworden na de invoering van de postwet
van 1 november 1919 waarbij het 3e tarief voor drukwerk werd
vastgesteld op 4½ cent. Einde geldigheid van deze zegel was
ook bepaald op
31 december 1935.