De stad Roermond1
Roermond wordt voor het eerst genoemd als "Ruregemunde" in 1130
en kreeg stadsrechten in 1232. Later veranderde de naam in Ruraemunda en is nu
Roermond. Het was de hoofdstad van het zogenaamde overkwartier (huidige noord-
en midden Limburg) van de graven van Gelre. Reeds in de 14e eeuw zijn er in Roermond
munten geslagen op naam van Reinald II en/of III (ca. 1340-1360) en door Willem
I (1371-1402). In 1472 kreeg de stad van hertog Arnold van Gelre het privilege
om kleingeld te slaan in ruil voor een grote lening. Soortgelijke rechten werden
ook door Karel van Egmond gegeven in 1492, 1505 en 1525 in ruil voor politieke
steun van de stad. De opbrengst uit de aanmunting ging naar het onderhoud van de
moederkerk en de waterkeringen langs de Roer en de Maas. Bij het privilege van
1505 en 1525 werd bepaald dat de stad ook voor een bepaalde periode zilveren en
gouden munten mocht slaan.
Onder de regering van Philips II zijn er in de periode 1593-1595 peerdekens,
stuivers en ¼ stuivers geslagen. In 1605 begon de stad onderhandelingen met
Johan (wethouder van de stad) en Matthijs van Nederhoven. Zij kregen instructie
om diverse soorten klein-geld te gaan slaan waaronder liards en lubsen (duiten).
De stempelsnijder van Maastricht werd gevraagd de muntstempels te maken. De
oorden en duiten zouden worden geslagen op naam en muntvoet van de aartshertogen
Albertus en Elisabeth en naar het voorbeeld van die van Maastricht en den Bosch.
De stad werd al snel vanuit Brussel aangesproken over deze muntslag. Men beriep
zich echter op het oude privilege uit 1492. Dit privilege gaf namelijk
toestemming om voor onbepaalde tijd voor eigen rekening kleingeld te mogen
slaan. Ook verklaarde men dat de opbrengst wederom gebruikt zou worden voor
onderhoud van de moederkerk en de waterkeringen langs de rivieren. De muntslag
werd toen door de regering in Brussel voorlopig even getolereerd.
Ten tijde van de 80 jarige oorlog is Roermond vrijwel altijd in Spaanse handen
geweest maar op 6 juni 1632 werd de stad ingenomen door de Staatse troepen van
Prins Maurits. De Spanjaarden hadden de stad in allerijl overgegeven nadat Ernst
Casimir van Nassau tijdens gevechten op de stadswallen was gesneuveld. Zij
vreesden namelijk dat de Staatse troepen nu met dubbele inzet de stad zouden
aanvallen en zijn dood zouden willen wreken. Tijdens de daar op volgende Staatse
bezetting zijn er op last van de Staten-Generaal in 1633 duiten geslagen. Nadat
de stad in 1637 weer werd heroverd door de Spanjaarden zijn er kort daarna
duiten geslagen op naam van Philips IV. Ondanks dat Gelderland voor een deel in
Staatse handen was lieten de Spaanse koningen toch DUX GELRIÆ (hertog van
Gelderland) op de munten uit Roermond zetten.
De laatste duiten zijn geslagen onder de regering van Karel II. Zij bestaan
zonder jaartal en met de jaren 1678 en 1679. In 1682 werd het de stad formeel
verboden nog langer munten te slaan omdat de kwaliteit en de controle van de
muntslag te wensen overliet.
MUNTMEESTERS: |
VAN - TOT: |
Willem Struyss van Tier Dirk Zorn Johan (Jacob) en Matthijs van Nederhoven Hendrik Pijnappel Jan Vossincx |
1593 - 1595 1593 - 1595 1605 - 1618 1618 1633 - 1635? |
Matthijs van Nederhoven wordt als Mathieu vanden Nederhoven genoemd als muntmeester van Luik in de periode 1582-1584. In 1584 wordt hij genoemd als Mathieu de Nederhoeven5. Op 13 mei 1585 was er een bijeenkomst van de Duitse munzkreis te Keulen en aldaar pleitte de afgevaardigde van prinsbisschop Ernest van Beieren, ene Godefroid Taxis die kanselier van Stavelot was, voor het open houden van het munthuis te Stavelot. Aangesteld werd toen Jacques von Niederhoven als muntmeester6. Beide namen zien we terug komen te Roermond als de stad in september 1605 een overeenkomst sluit met 2 muntmeesters: Johan en Mattheus van Nederhoven. Johan is dus blijkbaar Jacob. Deze was echevin=wethouder van de stad Roermond. In 1584-1585 was er in Roermond een burgemeester Johan van Nederhoven, ook in 1589 en in 1603. In 1609 schonk Jacob van Nederhoven een prachtige zilveren beker aan de stad Roermond. In het deksel staat de inscriptie: EX LIBERALI DONATIONE IACOBI NEDERHOVEN MONETARII CIVITATIS RUREMUNDENSIS 1609. Onder de rand is het motto van de stad Roermond aangebracht: AEQUITAS IVDUCA TVU DOMINE (Heer uw oordeel is gerechtigheid). Deze spreuk staat ook op zilveren munten van de stad. Het is niet zeker of Jacob van Nederhoven de beker ook zelf heeft gemaakt aangezien merktekens ontbreken.Te Roermond werd nog laat een valsemunter tot de
ketelstraf veroordeeld. Ene Frederik van der Reken had samen met enkele
medeplichtigen persen laten maken bij slotenmaker Jonckbloet. Hiermee wilden zij
vals geld gaan vervaardigen in het kasteel Buylinge nabij Halle welke zij voor
dit doel gehuurd hadden. Zij werden echter gepakt en Frederik van der Reken werd
op 5 maart 1728 "gesoden in olie en water".
Wapen van Roermond
Het wapenschild van de stad Roermond (1) is verdeeld in 2 kwartieren. In het
bovenste kwartier is een leeuw geplaatst en in het onderste een lelie. Dit wapen
komt als klein wapentje in de tulpkrans voor maar ook als groter wapen op de
voor- of keerzijde. Op de Staatse duiten daterend uit 1633 komt het Gelderse
wapen voor met de twee naar elkaar toe staande leeuwen van Gulik en Berg. Op de
vroege duiten van Philips IV komt ook een dergelijk wapen voor (2).
De munten van de aartshertogen Albertus & Isabella (1598-1621)
Op 6 mei 1598 werd te Madrid een akte getekend waarin Philips II de Nederlanden
na zijn dood aan zijn dochter Isabella en haar verloofde Albertus van Oostenrijk
schonk. Mocht hun huwelijk kinderloos blijven dan vervallen de Nederlanden na
hun dood weer aan de Spaanse kroon. Na de dood van Philips II op 13 september
1598 treed deze akte in werking en Isabella huwt op 14 april 1599 te Ferrara (in
Italië) met Albertus van Oostenrijk. Samen nemen zij de taak op zich om de
Nederlanden te gaan besturen. Zij hopen ook het noorden voor zich te winnen maar
de opstandige gewesten willen niets weten van een verzoening en dus gaat de
oorlog onder Albertus & Isabella gewoon door.
Verklaring van de wapens in het wapenschild van de aartshertogen:
1: Hongarije: in rood
3 zilveren balken. 2: Bohemen: in rood een zilveren leeuw. 3: Castilië: in rood een gouden kasteel, blauw gesloten en verlicht. 4: Leon: in zilver een goud gekroonde purperen leeuw. 5: Aragon: in goud vier rode palen. 6: Sicilië: schuingevierendeeld met in de bovenste en onderste halve ruit in goud 4 rode palen (Aragon), in de twee halve zijruiten in zilver een zwarte adelaar (Hohenstaufen). 7: Portugal: in zilver 5 blauwe schildjes (geplaatst 1.3.1) beladen met 5 pesanten van zilver (geplaatst 2.1.2). Een rode schildzoom beladen met 7 gouden kastelen (quinas). 8: Oostenrijk: in rood met een zilveren dwarsbalk. 9: Nieuw Bourgondië: blauw met gouden lelies, een schildzoom geblokt van rood en zilver. 10: Oud Bourgondië: geschuinbalkt van goud en blauw van zes stukken en rood omzoomd. 11: Brabant: in zwart een gouden leeuw, rood getongd. 12: Vlaanderen: in goud een zwarte leeuw, rood getongd. 13: Tirol (in zilver een rode adelaar, gekroond, gebekt, en gepoot van goud. De vleugels beladen met twee gouden klaverbladstengels. |
|
ROE.1: gigot.(GH.323 - PW 9401 -
Neumann 12685-12689)
VOORZIJDE: Gekroond Spaans wapenschild van de aartshertogen.
TEKST: ALBERTVS. ET. ELISAB. D:G (of variant). Dit is voluit: Albertus et Elisabeth Dei gratia, en betekent: Albertus en Elisabeth, bij Gods gratie (de tekst gaat op de keerzijde verder).
KEERZIJDE: Wapenschild van Roermond met daarboven het jaartal.
TEKST:
ARCHIDVCES. AVS. DVC. GEL (of
variant). Dit is voluit: archiduces Austria duces Gelriæ, en betekent:
aartshertogen van Oostenrijk en hertogen van Gelderland.
Johan en Matthijs van
Nederhoven, muntteken: (Lelie).
1606 R
1608 R
1609 R
1610 R
1611 R
Voorkomende voor- en keerzijde
varianten:
VZ: A: ALBERTVS. ET. ELISA. D.G.
B: ALBERTVS. ET. ELISA. DE.G
C: ALBERTVS. ET. ELISAB D G
D: ALBERTVS. ET. ELISAB. D.G
E: ALBERTVS. ET. ELISABET. D.G
F: ALBERTVS. ET. ELISABET. D.G.
G: ALBERT. ET. ELISAB. D.G.
H:
ALBERTVS. ET. ELISABET. DE.G
I: ALBERTVS. ET. ELISAB. D.G
J: ALBERTVS. ET. ELISA. D.G
1:
Binnen cirkel om wapen.
2: Geen
(of slechts zeer dunne gedeeltelijke) binnen cirkel om wapen.
KZ: a:
ARCHIDVCES. AVS. DV. GELR
b:
ARCHIDVCES. AVS. DVC GEL
c:
ARCHIDVCES. AVS. DVC. GEL
d:
ARCHIDVCES. AVS. DVC. GELD
e:
ARCHIDVCES. AVS. DVC. GELD.
f:
ARCHIDVCES. AVS. DVCES. GELD
g: ARCHIDVCES. AVS. DVCES. GELD.
h:
ARCHIDVCES. AVS. DVCES. GELR
i:
ARCHIDVCES. AVS. DVCES. GELDR
j:
ARCHIDVCES. AVST. DVCES. GELDR.
k:
ARCHIDVCES. AVST. DVCES. GELD
I : Binnen cirkel om wapen.
II: Geen binnen cirkel om wapen.
Info:
Variant H1jI (1606), particuliere collectie.
Variant H1kI (1606), afbeelding PW 9401.
Variant H2iII (1606), Teylers museum (TMNK 08089).
Variant I1kI (1606), particuliere collectie.
Variant J1iII (1606), Teylers museum (TMNK 08090).
Variant J1dI (1609), particuliere collectie.
Variant J1eI (1609), particuliere collectie.
Variant C1?I
(1610), particuliere collectie.
Variant ?1cI (1610), particuliere collectie.
Variant D1dI (1610), particuliere collectie.
1606
diverse (particuliere) collecties
1608
diverse (particuliere) collecties
1609
diverse (particuliere) collecties
1610
diverse (particuliere) collecties
1611
diverse (particuliere) collecties
Voorschrift: instructie
van september 1605. Oorspronkelijk 102 stuks uit een mark is ca. 2,41 gram per
stuk. In 1606 gewijzigd naar 128 uit een mark is ca. 1,92 gram per stuk.
Jaartal: | Aangetroffen gewichten in grammen: |
1606 | 2,57 - 2,28 - 2,29 |
1608 | 2,21 |
1609 | 1,70 - 2,30 |
1610 | 1,64 - 2,13 - 2,19 - 2,40 |
1611 | 2,20 |
ROE.2: liard.(V.18.5
- GH.322 - PW 9402 - Neumann 12669-12684)
VOORZIJDE:
Gekroond Spaans wapenschild van de aartshertogen, aan weerszijden van het
wapenschild staat een punt en om het geheel loopt een gedeeltelijke binnen
cirkel.
TEKST: ALBERTVS. ET. ELISA. D:G (of variant). Dit is voluit: Albertus et Elisabeth Dei gratia, en betekent: Albertus en Elisabeth, bij Gods gratie (vervolg op de keerzijde).
KEERZIJDE: Gekroond en scheef geplaatst stokkenkruis waarop het wapenschild van Roermond ligt. Onder aan het kruis hangt de keten van de orde van het gulden vlies en aan weerszijden van het kruis staat het jaartal.
TEKST:
ARCHID. AVST. DVC. GEL (of variant). Dit is voluit: archiduces Austria duces
Gelriæ, en betekent: aartshertogen van Oostenrijk en hertogen van Gelderland.
Johan en Matthijs van
Nederhoven, muntteken: (Lelie).
1606 R 1610 S
1607
S 1611 R
1608
S 1612 R
1609 S
Voorkomende voor- en keerzijde
varianten:
VZ: A: ALBERT.ET.ELIS D.G.
B: ALBERT.ET.ELIS. D.G
C: ALBERT.ET.ELISA D.G.
D: ALBERT.ET.ELISA. D.G.
E: ALBERT.ET.ELISA. G.D.
F: ALBERT.ET.ELISAB D.G.
G: ALBERT.ET.ELISAB. D.G.
H: ALBERT.ET.ELISABET D.G.
I: ALBERT.ET.ELISABET. DE.G
J: ALBERTVS. ET. ELISABET. D.G.
K: ALBERTVS. ET. ELISA. D.G
L: ALBERTVS. ET. ELISAB. D.G
M: ALBERTVS. ET. ELIS. D.G
N: ALBERTVS. ET. ELIS. D.G.
O: ALBERTVS. ET. ELISA.
G.D
P: ALBERTVS. ET. ELISABET. D.G
Q: ALBERTVS.ET.ELISA. DG
1: Binnen cirkel om wapen.
2: Geen
(of slechts zeer dunne gedeeltelijke) binnen cirkel om wapen.
KZ: a:
ARCHIDVCES. AVS. DV. GEL
b:
ARCHIDVCES. AVS. DV. GELD
c:
ARCHIDVCES. AVS. DVC. GEL
d:
ARCHIDVCES. AVST. DVC. GEL.
e:
ARCHIDVCES. AVS. DVC. GELD
f:
ARCHIDVCES. AVS. DVC. GELDR
g:
ARCHIDVCES. AVS. DVC. GELDRI
h:
ARCHIDVCES. AVST. DVC. GEL
i:
ARCHIDVCES. AVST. DVC. GLD
j:
ARCHIDVCES. AVST. DVC. GELD
k:
ARCHIDVCES. AVST. DVC. GELD.
l:
ARCHIDVCES. AVST. DVC. GELDR
m:
ARCHIDVCES. AVST. DVC. GELDR.
n:
ARCHIDVCES. AVST. DVC GELDRI
o:
ARCHIDVCES. AVST. DVC. GELDRI
p:
ARCHIDVCES. AVST. DVCES. GEL
q:
ARCHIDVCES. AVST. DVCES. GELD
r:
ARCHIDVCES. AVST. DVCES. GELD.
s:
ARCHIDVCES. AVST. DVCES GELDR
t:
ARCHIDVCES. AVST. DVCES. GELDRI
u: (Leeuwtje)
ARCHIDVCES. AVS. DVC. GELDRI
v: (Punt)
ARCHIDVCES. AVST. DVC. GELD
w:
ARCHIDVCES. AVST. DVCES. GELDRIE
I : Binnen cirkel om wapen.
II: Geen
(of slechts zeer dunne gedeeltelijke) binnen cirkel om wapen.
Info:
Variant H2wII (1606), particuliere
collectie.
Variant J2oI (1606), particuliere collectie.
Variant L1lI (1606), particuliere
collectie.
Variant P1oI (1606), Teylers museum (TMNK 16574).
Variant L1jI (1607), particuliere collectie.
Variant L1lI (1607), particuliere
collectie.
Variant K1jI (1608), particuliere collectie.
Variant L1hI (1608), Teylers museum (TMNK 08094).
Variant L1lI (1608), particuliere collectie.
Variant K1cI (1609), particuliere collectie.
Variant K1eI (1609), particuliere collectie.
Variant K1hI (1609), particuliere collectie.
Variant K1jI (1609), particuliere collectie.
Variant K1uI (1609), particuliere collectie.
Variant M1dI (1609), particuliere collectie.
Variant M1eI (1609), particuliere collectie.
Variant M1vI (1609), particuliere collectie.
Variant O1eI (1609), particuliere collectie.
Variant K1cI (1610), particuliere collectie.
Variant N1cI (1610, particuliere collectie.
Variant K1jI (1611), particuliere collectie.
Variant M1cI (1611), particuliere collectie.
Variant Q1jI (1611), Teylers museum (TMNK 08104).
Variant B1eI (1612), particuliere collectie.
1606
diverse (particuliere) collecties
1607
diverse (particuliere) collecties
1608
diverse (particuliere) collecties
1609
diverse (particuliere) collecties
1610
diverse (particuliere) collecties
1611
diverse (particuliere) collecties
1612
diverse (particuliere) collecties
Voorschrift: instructie
van september 1605. Oorspronkelijk 51 stuks uit een mark is ca. 4,82 gram per
stuk. In 1606 gewijzigd naar 64 uit een mark, is ca. 3,84 gram per stuk.
Op 30 juni 1607 verscheen
een plakkaat waarin de duiten en oorden van Maastricht, den Bosch en Roermond
alleen gangbaar werden verklaard in de stad van uitgifte en hun directe
omgeving. Op 29 oktober 1609 werd dit plakkaat nog eens herhaald en ontving de
stad een schrijven met dezelfde datum van de aartshertogen: "Alzoe wy by
onse brieven van placcate gedateert op huyden verboden hebben den loop ende
vuytgeven van de copere munte by ulieden doen slaeghen met onsen consente, in
andere plaetsen ende steden van onder ulieden schependom tot gerieve van de
gemeynte aldaar, ende dat tot dien eynde de ghene die alreede zyn geslagen meer
dan genoech zyn. Soe is onsen wille dat ghy van nu voirtaen gheen meerdere
quantiteyt en doet munten, totter tyt toe dat wy van als naerder onderricht
zynde daerop sullen gheven ander ordre". Roermond heeft dit schrijven
naast zich neergelegd want er bestaan duiten van 1610 en 1611 en oorden van
1610, 1611 en 1612. Op 30 september 1610 verscheen wederom een plakkaat dat de
omloop van het kleingeld van Maastricht, den Bosch en Roermond regelde.
Van Gelder schreef
dat de stad Roermond door haar ligging in het oosten van de Spaanse Nederlanden
een wat afwijkende monetaire situatie had3. De
gewone Zuid-Nederlandse munten pasten niet in het geldverkeer van Roermond en
Spaans Gelre. De plaatselijke stuiver en duit hadden in Spaans Gelre een
lagere waarde dan in Brabant en
Vlaanderen. Dit kwam door de invloed van het geld uit het aangrenzende bisdom
Luik en uit de Duitse staten van het Rijnland. Hij schrijft verder dat vanwege
deze situatie oogluikend werd toegestaan dat Roermond zijn duiten en oorden
volgens een lagere muntvoet mocht slaan. Dit zou ook gebeuren te Maastricht en
den Bosch. Uit het artikel van de Meyer over de munten van Roermond blijkt dit
echter niet4
.
Volgens zijn gegevens werden zij wel degelijk volgens de muntvoet van de
aartshertogen geslagen. Volgens onderstaande overzicht, samengesteld mede
dankzij de wegingen van een Roermond verzamelaar, zijn de oorden wel degelijk op
het normale gewicht van de aartshertogen geslagen.
Jaartal: | Aangetroffen gewichten in grammen: |
1606 | 3,60 - 3,70 - 3,80 - 3,81 - 4,30 - 5,02 |
1607 | 4,00 - 4,10 - 4,17 - 4,30 - 4,40 (2x) - 4,50 - 4,71 - 5,40 |
1608 | 3,60 - 3,75 - 4,07 |
1609 | 3,25 - 3,54 - 3,70 - 3,80 - 4,27 - 4,30 - 4,37 - 4,45 - 4,50 - 4,55 - 4,60 (2x) |
1610 | 3,56 - 4,40 - 4,50 - 4,60 - 4,64 - 4,83 - 5,20 |
1611 | 4,00 - 4,52 - 4,80 - 4,40 - 4,84 |
1612 |
Dankzij dezelfde verzamelaar
zijn ook enkele varianten
bekend geworden. Zo bestaat er een oord uit 1609 met het muntteken leeuwtje i.p.v. het
muntteken lelie en een exemplaar met alleen een punt.
Ook komen er exemplaren voor met een mislukte lelie
of een grote lelie met wat extra streepjes.
ROE.3: duit.(GH.341
- PW 9403 - Neumann 12696)
VOORZIJDE:
Een tulpkrans met daarin het stedelijk wapenschild van Roermond welke
horizontaal in twee kwartieren is verdeeld. In het bovenste kwartier is een
liggende leeuw
afgebeeld en in het onderste een
lelie. Boven het wapenschild staan de letters RVRM wat Ruraemunda betekent.
KEERZIJDE: Een gedeeltelijke tulpkrans om een gekroond Gelders wapenschild met de leeuwen van Gulik en Berg. Het wapen is op de bovenhoeken en midden onder versierd met lelies. Onder het wapenschild staat het jaartal verwerkt in de tulpkrans.
Jan Vossincx, mmt: geen.
1633 S
1635/33 X
Voorkomende voor- en keerzijde
varianten:
KZ: a:
Zonder afgekorte cijfers v/h jaartal naast het wapen.
b: Met de cijfers 6
(links) en 3 (rechts) naast het wapen. (R2)
Info:
Voorschrift: akkoord van
de stad met de Staten-Generaal van 2 mei 1633. Uit een mark 116 stuks is ca.
2,12 gram per stuk.
1633
diverse (particuliere) collecties
1635/33 PW 9403
Roermond werd op 6 juni
1632 ingenomen door de Staatse troepen. Reeds op 2 mei 1633 werd een akkoord
bereikt met ene Jan Vossincx. Hij mocht met toestemming van de Staten-Generaal
voor 6000 mark aan duiten slaan. Deze moesten worden geslagen op de voet van
Holland namelijk 116 uit een mark. Dit komt neer op een gewicht van ca. 2,12
gram per stuk. Als er 6000 mark vermunt is dan is de oplage ca. 696000 stuks. In
1637 moest de stad echter alweer aan de Spanjaarden worden prijsgegeven. Een
interessante variant die onlangs is opgedoken is een exemplaar met de afgekorte
cijfers van het jaartal aan weerszijden van het wapen op de keerzijde.
De munten van Philips IV
(1621-1665)
Omdat aartshertog Albertus op 13
juli 1621
kinderloos kwam te overlijden vervielen de zuidelijke Nederlanden weer aan de Spaanse
troon. Isabella bleef nog wel tot haar dood regentes. Op de munten verscheen nu
het wapen van de Spaanse koning Philips IV. Deze was zijn op 31 maart 1621
overleden vader Philips III opgevolgd als koning van Spanje.
Verklaring van de wapens
in het wapenschild van Philips IV:
1: Castilië: in rood
een gouden kasteel, blauw gesloten en verlicht. 2: Leon: in zilver een goud gekroonde purperen leeuw. 3: Aragon: in goud vier rode palen. 4: Sicilië: schuingevierendeeld met in de bovenste en onderste halve ruit in goud 4 rode palen (Aragon), in de twee halve zijruiten in zilver een zwarte adelaar (Hohenstaufen). 5: Portugal: in zilver 5 blauwe schildjes (geplaatst 1.3.1) beladen met 5 besanten van zilver (geplaatst 2.1.2). Een rode schildzoom beladen met 7 gouden kastelen (quinas). 6: Oostenrijk: in rood met een zilveren dwarsbalk. 7: Nieuw Bourgondië: blauw met gouden lelies, een schildzoom geblokt van rood en zilver. 8: Oud Bourgondië: geschuinbalkt van goud en blauw van zes stukken en rood omzoomd. 9: Brabant: in zwart een gouden leeuw, rood getongd. 10: Vlaanderen: in goud een zwarte leeuw, rood getongd. 11: Tirol (in zilver een rode adelaar, gekroond, gebekt, en gepoot van goud. De vleugels beladen met twee gouden klaverbladstengels. |
|
Uit de periode 1621 tot de
verovering van de stad in 1632 zijn er geen munten bekend. Wel schijnt ene
Mattheus van Dulcken in 1629 bij de stad geïnformeerd te hebben naar de
mogelijkheid om er kleingeld te gaan slaan. De eerste muntslag dateert pas van
na de herovering van de stad door de Spanjaarden in 1637.
ROE.4: gigot (duit).(V.18.6
- GH.342 - PW 9404 - Neumann 12690-12691)
VOORZIJDE:
Een tulpkrans met daarin de tekst .P .DG. DV. GEL RIÆ (of variant) in vier
regels (de P staat helemaal boven in de tulpkrans). Onder in de tulpkrans is het
wapen van Roermond geplaatst. De afgekorte tekst is voluit: Philippus Dei gratia
dux Gelriæ, en betekent: Philips (IV) bij Gods gratie hertog van Gelderland.
KEERZIJDE:
Een gedeeltelijke tulpkrans om een gekroond Gelders wapen met de leeuwen van
Gulik en Berg, aan weerszijden van het wapen een punt.
Muntmeester?
ZJ
R (Ca. 1639)
Voorkomende voor- en keerzijde
varianten:
VZ: A: .P. / .DG.DV. / GEL / RIÆ
B: .P. / .DG.DV. / GEL / RIÆ.
C: (P) / DG DV / GEL / RIÆ.
KZ: I : 3 punten links, en 3 punten
rechts van het wapen.
II:
1 punt links, en 1 punt rechts
van het wapen.
Info:
Variant AI (ZJ), particuliere collectie.
Variant AII (ZJ), Teylers museum (TMNK 08110).
Variant BII (ZJ),
particuliere collectie.
Variant CII (ZJ),
particuliere collectie.
ZJ
diverse (particuliere) collecties
Voorschrift: op 4 november
1638 wordt er voor het eerst melding gemaakt van toestemming om zilver en
kopergeld te gaan slaan. Op 4 november 1639 wordt er toestemming gegeven om als
proef 25 Vlaamse ponden te vermunten tot liards (oorden) en duiten. Liards zijn
echter niet bekend, wel dit type duit.
Deze duit doet nogal
"Staats" aan, de tekst op de voorzijde en het wapen op de keerzijde
vertonen veel overeenkomsten met de Staatse types. De P in de tekst verwijst
echter naar Philips IV welke zich hier hertog van Gelderland noemt. Normaal
hadden de duiten van de Spaanse koningen veelal een gekroond wapen welke in
meerdere kwartieren was verdeeld. Uit een rekening welke door 3 commissarissen v/d
munt werd aangeboden aan de magistraat blijkt dat er van 3 november 1649 tot 11
september 1653 ca. 1470½ pond Vlaams tot duiten is verwerkt. Of het hier om dit
type handelt of het volgende (ROE.5) is niet duidelijk. Uit andere rekeningen
blijkt dat er ook in 1654 en 1661 duiten zijn geslagen.
ROE.5: gigot.(GH.343
- PW 9405 - Neumann 12692-12695)
VOORZIJDE:
Gekroond Spaans wapenschild met meerdere kwartieren, aan
weerszijden van het wapen staan drie puntjes.
TEKST: .PHS. IIII. D.G. HISP. REX. (of variant). Dit is voluit: Philippus IV Dei gratia Hispaniarum rex, en betekent: Philips IV, bij Gods gratie koning van Spanje.
KEERZIJDE: Gekroond en scheef geplaatst stokkenkruis waarop het wapenschild van Roermond is geplaatst. Onder aan het schild hangt het teken van de orde van het gulden vlies. Links van het schild staat de letter R en rechts de M (=RURAE MUNDA - Roermond).
Muntmeester?
ZJ N (ca. 1650-1664)
Voorkomende voor- en keerzijde
varianten:
VZ: A: .PHS. IIII. D.G. HISP. REX.
B: PHS. IIIII D.G. HISP. REX.
1: Met 3 puntjes aan weerszijden
van het wapenschild.
2: Zonder puntjes aan weerszijden
van het wapenschild.
KZ: a: R M aan weerszijden van het
wapenschild.
b: R! !M aan weerszijden van het
wapenschild.
c:
M R aan weerszijden van het
wapenschild.
Info:
Variant A1a (ZJ), Teylers museum (TMNK 08115).
Variant A1b (ZJ),
particuliere collectie.
Variant A2a (ZJ), particuliere collectie.
Variant ?1c (ZJ), particuliere collectie.
ZJ
diverse (particuliere) collecties
Voorschrift: (mij) niet bekend.
De instructie van 4
november 1639 gaf alleen toestemming om als proef 25 Vlaamse ponden te vermunten
tot liards (oorden) en duiten. Het uiterlijk van de duit werd exact omschreven
en is bekend als het type ROE.4, liards zijn niet bekend. Wanneer echter dit
type duit ROE.5 is ontstaan is niet bekend. Mogelijk dat de rekeningen uit 1654
en 1661 op dit type duit betrekking hebben. Een
interessante variant is die met de letters aan weerszijden van het wapenschild
verkeerd geplaatst. Een tweede mij bekende exemplaar is van een ander stempel.
Er zijn dus minimaal 2 stempels met deze afwijking. Dit type duit is bekend met de klop van de stad Meurs in
Duitsland.
De munten van Karel II (1665-1700)
De Spaanse koning Karel II
gebruikte dezelfde wapenschilden als zijn voorganger op de koperen munten van
Roermond (zie voor afbeelding en verklaring bij Philips IV).
ROE.6: gigot.(GH.360a/b
- PW 9406 - Neumann 12698-12707)
VOORZIJDE: Gekroond Spaans wapenschild met meerdere kwartieren.
TEKST: .CAR. II. D: G. HISP. REX. (of variant). Dit is voluit: Carolus II Dei gratia Hispaniarum rex, en betekent: Karel II, bij Gods gratie koning van Spanje.
KEERZIJDE: Gekroond en scheef geplaatst stokkenkruis waarop het wapenschild van Roermond is geplaatst. Onder aan het schild hangt het teken van de orde van het gulden vlies. Links van het schild staat de letter R en rechts de M (=RURAE MUNDA - Roermond).
Muntmeester?
ZJ N (1666 & 1673-1678)
1678 S
1679 S
Voorkomende voor- en keerzijde
varianten:
VZ: A: .CAR. II. D:G. HISP. REX.
B: CAR. I.I. D.G. HISP. REX.
C: ( )AR. II. D.G. HISP. REX
D: CAR. II. D.G. HISP. REX.
E: CAR. II. D.G. HISP. RX
F: CAR. II. D.G. HISP REX
G: CAROL. D.G. HISP. REX
H: CA. II. D.G. HISP. REX
I: CA. II. D.G. HIS. REX
J: ( )CAR( )II. DG( ) .HIS. REX.
1: Met 3 puntjes aan weerszijden
van het wapen.
2: Zonder puntjes aan weerszijden
van het wapen.
3: Wapens 6
(Oostenrijk) en 7 (Bourgondië) verwisseld.
KZ: a: Met R M
b: Met M R
c: Met
kleine R en M
d: R
in spiegelbeeld en M
I : Punt boven en onder de letters
R en M.
II: Geen punten boven en onder de
letters R en M.
Info:
Variant ?1aI (ZJ),
particuliere collectie.
Variant A2aII (ZJ),
particuliere collectie.
Variant B1aII (ZJ),
particuliere collectie.
Variant B2aII (ZJ), particuliere collectie.
Variant C2aII (ZJ),
particuliere collectie.
Variant (D)3aII (ZJ), particuliere collectie.
Variant J2cII (ZJ), particuliere collectie.
Variant ?1aII (1678), particuliere collectie.
Variant F1aII (1679),
particuliere collectie.
ZJ
diverse (particuliere) collecties
1678
diverse (particuliere) collecties
1679
diverse (particuliere) collecties
Voorschrift: (mij) niet
bekend.
Dit zijn de laatste munten te Roermond
geslagen. Volgens rekeningen zijn zij gemunt in 1666 en van 1673 t/m 1679. In
1682 liet de Spaanse koning Karel II de stad formeel weten dat zij niet langer
munt mocht slaan omdat de kwaliteit en controle te wensen overliet. Van dit type
is een duit bekend met een klein klopje in de vorm van een letter G in een
vierkantje, zie hier een afbeelding.
Noten:
1: Zie meer gedetailleerd Dr.
N.J.E. de Meyer Le monnayage communal de Ruremunde
Verschenen in het
jaarboek munt en penningkunde (JMP) 47 (1960).
2: Dr. H.E. van Gelder De Nederlandse munten Het spectrum b.v. 1965.
3: H.E. van Gelder De munt te Roermond verschenen in de Beeldenaar nr.5
(1984) blz. 150-154.
4: Dr. N.J.E. de Meyer Le monnayage communal de Ruremunde
Verschenen in het jaarboek munt en penningkunde (JMP) 47 (1960).
5: Bron: Jean Luc Dengis.
6: Bron: Hirsch, Des Teutschen Reichs munz archiv, t. VII. P.224.