Voor- en keerzijde van een duit van de stad Utrecht. De munt is geslagen
in 1744 onder muntmeester Johan Ernst Novisadi. Stempelsnijder was toen
Cornelis van Swinderen. Op de voorzijde staat de tekst STAD UTRECHT met
daar onder het jaartal. De keerzijde toont twee leeuwen die het gekroonde
stadswapen van Utrecht vasthouden. Als je goed naar het laatste cijfer 4
kijkt in het jaartal dan is te zien dat deze is gemaakt over een
oorspronkelijk cijfer 3. Dit stempel was dus oorspronkelijk bedoeld om
duiten mee te slaan met het jaartal 1743. Omdat dit stempel in 1744 nog
niet versleten of mogelijk nog helemaal niet gebruikt was heeft de
stempelsnijder hem aangepast naar 1744. Dergelijke munten noemt men vaak
een overslag. Deze term is wat verwarrend. Vooral beginnende verzamelaars
denken nogal eens dat een overslag betekent dat de munt in zijn geheel is
overgeslagen met een ander stempel, dit is niet het geval. De
stempelsnijder sloeg gewoon met een ander cijferponsoen over het oude
cijfer in het stempel heen. Het oorspronkelijke cijfer is vaak nog goed te
zien onder het nieuwe cijfer. Een jaartalwijziging is geen fout maar
gewoon slim hergebruik van oude en nog niet versleten stempels. Zij komen
veel voor en bij goed zoeken zijn zij wel te vinden, soms zelfs nog niet
eerder gepubliceerde jaartal wijzigingen. Zie bijvoorbeeld ook de duit
Overijssel 1765/64 en Zeeland 1797/69. In het geval van deze Utrechtse
duit is mogelijk een aanvullende verklaring te geven waarom een stempel van 1743 naar 1744 is aangepast.
Stempelsnijder Cornelis van Swinderen ging begin 1744 trouwen en had
mogelijk geen tijd om voldoende stempels te snijden. Hij heeft toen
mogelijk om snel klaar te zijn dus 1 of meerdere oude stempels aangepast.
Deze verklaring is natuurlijk hoogst speculatief maar het is wel
toevallig. |