Voor- en keerzijde van een duit van de stad Utrecht. De munt
is geslagen in 1684 onder muntmeester Johan van Romond. Stempelsnijder was
toen Pieter van Cuylenburgh. Op de voorzijde staat de Latijnse tekst CIV
TRAIECT met daar onder het jaartal. Deze tekst betekent stad Utrecht. De
keerzijde toont twee leeuwen die het gekroonde stadswapen van Utrecht
vasthouden. Deze duit is in 1702 voorzien van de instempeling (klop)
Utrechts stadswapen. In dat jaar probeerde Utrecht in navolging van de
provincie Holland de circulatie van duiten te saneren. Alle in omloop
zijnde duiten werden gehalveerd tot een halve duit maar de Utrechtse
duiten geslagen na 1656 konden op 16 januari 1702 vanaf 15.00 uur tot de
volgende dag 12.00 uur ingeleverd worden om geklopt te worden. De niet
geklopte exemplaren werden in waarde verlaagd tot een halve duit. De
inlevertermijn werd met opzet zo kort gehouden om te voorkomen dat duiten
van de stad Utrecht uit het hele land terug zouden vloeien naar Utrecht.
Zij waren in Holland en West-Friesland immers in waarde verlaagd tot een
halve duit. Er zou dus financieel voordeel te behalen zijn door deze
duiten massaal naar Utrecht te brengen om ze daar te laten kloppen
waardoor ze in Utrecht weer een duit waard zouden zijn. Ook deze maatregel
was geen succes, de klop bleek te worden nagemaakt waardoor de korte
"kloptermijn" omzeild werd. Het stadsbestuur kon toen niets
anders doen dan alle duiten, ook de geklopte, wederom te verlagen in
waarde tot een halve duit. Duiten met deze klop worden slechts mondjes
maat in de handel aangetroffen. |