De munt van Zwolle1
In Zwolle is nooit zo vroeg gemunt als in de andere IJsselsteden. De stad is ook
niet zoals bijvoorbeeld Deventer uit zichzelf begonnen met munten slaan maar
heeft gewacht tot zij het muntrecht verkreeg van de Duitse keizer. Dit gebeurde
voor Zwolle wat later als voor de andere steden namelijk in 1488 (door Frederik
III). Nadat Zwolle het muntrecht had verkregen zijn er van 1488 tot 1499 munten
geslagen voor rekening van de stad, op naam van de Duitse keizers.
Sinds 1534 nam Zwolle deel aan de overeenkomst met de steden Kampen en Deventer
om een gezamenlijke munt op te richten. Deze munt werd te Deventer ingericht
echter de kosten en opbrengsten werden verdeeld over de drie steden. De munt is
van 1534 tot 1583 te Deventer in bedrijf geweest en van 1583 tot 1588 te Kampen.
Ook deze munten werden met de titels van de Duitse keizers geslagen omdat alle
drie de steden het muntrecht via privileges van de Duitse keizer(s) uitoefenden.
Na de verovering van Deventer in 1587 door de Spanjaarden onder leiding van
Parma, heeft de stad Kampen nog tot 1588 munten geslagen op naam van de drie
steden. Echter na dit jaar hield de samenwerking tussen de drie steden op met
bestaan omdat het door de Spanjaarden bezette Deventer niet meer aan de
voorwaarden uit de overeenkomst kon voldoen. Na de herovering van Deventer
(1591) door Prins Maurits werd de driesteden munt echter niet meer voortgezet
maar begonnen de steden ieder weer voor zich te munten op naam van de stad.
Reeds in 1588 ging Zwolle in onderhandeling met Caspar Wijntgens maar er werd
pas gemunt onder zijn broer Balthasar Wijntgens Jr. vanaf ca. 1591. Wederom op
naam van de Duitse keizers:
Rudolf II 1596-1612
Matthias I 1612-1619
Ferdinand II 1619-1637
Ferdinand III 1637-1657
Omdat de stad Zwolle geen enkele controle toestond over zijn kwaliteit en
hoeveelheid van de muntslag ontstond er vaak wrijving met de Staten-Generaal. De
stad lag namelijk binnen de Republiek maar beriep zich aangaande het muntrecht
op het muntprivilege van de Duitse keizer uit 1488. Uiteindelijk kwamen de
Staten-Generaal en de stad in 1606 overeen dat zij de muntslag zouden staken
voor een periode van 3 jaar tegen een afkoopsom van 6000 gulden.
Reeds in 1612 verschenen echter alweer de eerste stedelijke munten van Zwolle.
Het heropende munthuis ging weer munten op naam van de Duitse keizers. De
laatste muntperiode (1657-1694) werden er na de dood van de Duitse keizer
Ferdinand III munten geslagen naar voorbeeld en zo veel mogelijk volgens de
regels van de Staten-Generaal. Het gebeurde echter nog vaak genoeg dat de munten
te licht waren en dat er verboden muntsoorten werden geslagen zoals schellingen
en florijnen. In 1694 tenslotte werd de munt definitief gesloten tegen een
afkoopsom van 4000 gulden per jaar welke de stad ontvangen heeft tot de
afschaffing hiervan door koning Lodewijk Napoleon in 1809.
MUNTMEESTERS: |
VAN -
TOT: |
MUNTMEESTERTEKEN: |
Herman van Nassau Caspar Weijntges Balthasar Weijntges Jr. Arent van Romondt Arent van Romondt Johan van Romondt Arent van Romondt Gerrit van Romondt Azn. Cornelis van Keppel Focx |
1488 - 1499 1587 - 1589 1590 - 1593 1593 - 1606 (In de periode 1606-1612 staat de munt stil, in 1612 hervat de muntmeester zijn werk.) 1612 - 1629 1629 - 1646 1646 - 1671 1672 - 1683 1684 - 1694 |
Lelie Rozet Rozet Rozet Rozet Rozet Rozet |
Buiten de muntmeestertekens komt er ook vaak een muntteken voor op de Zwolse
munten. Dit is een kleine uitvoering van het stadswapen (een wit kruis op een
blauw veld). De eerste Zwolse muntmeester voor de stadsmunt in de periode na de
driesteden muntslag was Caspar Weijntges, een zoon van Balthasar Weijntges Sr.
Hij was tevens aangesteld als muntmeester te Kampen maar heeft in de beide
steden waarschijnlijk zijn functie niet uitgeoefend. In oktober 1590 volgt zijn
broer Balthasar Weijntges Jr. hem op tot september 1593. Hij werd toen ontslagen
en zijn bezittingen werden in beslag genomen. Hij overleed februari 1594.
Na Balthasar Weijntges zien we bijna een eeuw lang muntmeesters uit het geslacht
van Romondt op de Zwolse munt werkzaam. De familie van Romondt komt in de jaren
'80 van de 16e eeuw voor als aangetrouwde familie van het geslacht Weijntges.
Arent van Romondt draagt in 1628 zijn halfbroer Johan voor als zijn
vervanger/opvolger. Zijn verzoek werd door de stad ingewilligd en toen Arent in
1629 overleed nam Johan zijn ambt over. Deze was getrouwd met Wynne Weijntges en
hij werkte ook op diverse munten in Oost-Friesland. Ook hij stelde het
muntmeestersambt veilig voor een van zijn zoons in het geval hij zou komen
te overlijden. In 1635 stemde de stad in met zijn verzoek om na zijn dood het
ambt over te dragen aan zijn zoon. In 1646 volgde zijn zoon Arent hem op,
mogelijk omdat aan zijn verzoek om klein geld te mogen aanmunten niet werd
voldaan. Het zilver was dermate duur geworden dat de munt enige tijd stillag
omdat er geen groot zilvergeld geslagen kon worden. Hierdoor stonden de
inkomsten van de muntmeester en zijn werklieden stil. Zijn zoon heeft sinds 1646
weer verschillende, voornamelijk grote, zilveren munten aangemaakt. In 1671
overleed hij en volgde zijn zoon Gerrit hem in februari op als muntmeester. Toen
deze in 1684 overleed volgde zijn zwager Cornelis van Keppel Focx hem op. Tien
jaar later, in 1694, werd de munt tegen een vergoeding van 4000 gulden per jaar
gesloten. Mogelijk is de landschapsmunt van Overijssel van 1705-1710 gevestigd
geweest te Zwolle. Muntmeester was toen Dirk van Romondt Jr. van wie de
muntbussen te Zwolle zijn geopend.
STEMPELSNIJDERS: |
VAN -
TOT: |
Paulus Uyttenwael Claes Alberts Gerrit Versefelt Johan Ter Borg Claes Hanssen Johan Versefelt |
1590 - 1593 1593 - 1622 1622 - 1652 1652 - 1661 1661 - 1671 1675 - 1694 |
ESSAYEURS: |
VAN -
TOT: |
Mr. Thomas Gerrit Schuurmans |
1590 - Voor 1681 |
Wapens op de Zwolse munten
Op de vroege munten van Zwolle komt een wapenschild (1) voor met hierin een
kruis (Wit kruis op een blauw veld). Later komt de afbeelding van Sint Michael
voor die met de draak vecht (2), het schild dat Sint Michael vasthoud is het
wapenschildje met het kruis. Deze afbeelding vinden we bijvoorbeeld op alle
duiten van Zwolle.
Deze twee wapens zijn ook wel eens samengevoegd in wapenschild met vieren
kwartieren (3). Tenslotte komt er ook een klauwende leeuw voor die het
wapenschildje met het kruis in zijn linker klauw vastheeft (4).
ZWO.1: (biljoen) schusselpfennig.(JMP.- )
HOLLE VOORZIJDE: Wapen binnen een rand van Bolletjes. In het wapen een leeuw
(mogelijk 2) met een kruis op de schoft (wapen van Zwolle). Boven het wapen de
letters ZWO wat voluit Zwolle betekent.
BOLLE KEERZIJDE: Glad, zonder tekst of afbeelding.
Muntmeester: Balthasar
Weijntges
Jr. of Arent van Romondt, mmt: rozet (niet op deze munt).
ZJ R4 (Ca. 1591-1606)
Info:2
ZJ JMP 1980 blz. 229-230.
Voorschrift: (mij) niet bekend.
In Duitsland rouleerden op grote schaal zogenaamde
"schusselpfennige", in het Nederlands "schotelpenninkjes".
Dit zijn eenzijdig geslagen zilveren muntjes waarvan de beeldenaarzijde hol
is en de bolle keerzijde is glad (niet te verwarren met de bracteaten). De
waarde van het muntje was 1 pfennig en werd in de Nederlandse munthuizen
silveren doyt genoemd (o.a. Deventer). Vooral de oost-Nederlandse munthuizen
hebben deze muntjes nagebootst en ze uitgevoerd naar Duitsland (zelden komen ze
in Nederland voor). De periode waarin dit geschiede wordt gesteld op 1590-1606.
De tekening van dit muntje is overgenomen van een foto van een zwak exemplaar.
Mogelijk heeft het wapenschild 2 leeuwen.
ZWO.2: duit.(V.178.4 - vdW.252-255 - PW 7301)
VOORZIJDE: Een tulpkrans met daarin de stadsnaam ZW OLLAE in twee regels en
daaronder het tot twee cijfers afgekorte jaartal gescheiden door een
wapenschildje.
KEERZIJDE: Stadswapen van Zwolle met de heilige Sint Michael die een draak
bevecht.
TEKST: (rozet) DEVS. REFVGIVM. NOSTRVM. (of variant). Dit betekent: de Heer is onze
toevlucht.
Muntmeester: Arent van Romondt, mmt: (rozet).
(15)95 R (15)97 R
(15)96 R (15)98 R
Bekende afslagen etc.
(15)96 R4 (zilver op
vierkant muntplaatje)
Voorkomende voor- en keerzijde varianten:
VZ: A: ZW / OLLAE / (cijfer) (cijfer)
B: ZW / .OLLAE. / (cijfer) (cijfer)
C: ZW / OL.LAE / (cijfer) (cijfer)
(de punt na OL is een centreerpunt voor de
stempelsnijder)
1:
Krans met rozet onder en boven en bollen
links en rechts.
2:
Krans met rozet links en rechts en bollen
boven en onder.
KZ: a: (rozet) DEVS. REFVGIVM. NOSTRVM
b: (rozet) DEVS. REFVGIVM. NOSTRVM.
c: DEVS. REFVGIVM. NOSTRVM.
d: (rozet) DEVS. REFVGIVM. NOSTRVM. Z
e: (rozet) DEVS x REFVGIVM x NOSTRVM
Info:
Variant A1e (1595), particuliere collectie.
Variant C1e (1595),
particuliere collectie.
Variant A1a (1596), particuliere collectie.
Variant A2? (1596), particuliere collectie.
Variant A1e (1596), afbeelding PW 7301 blz.144.
Variant C2e (1596),
Nationale Numismatische Collectie DNB.
Variant A1d (1597),
particuliere collectie.
Variant C1d (1597),
Nationale Numismatische Collectie DNB.
Variant A1b (1598),
particuliere collectie.
Variant C1b (1598),
Nationale Numismatische Collectie DNB.
Variant C1d (1598),
Nationale Numismatische Collectie DNB.
1595 diverse (particuliere) collecties
1596 diverse (particuliere) collecties
1597 diverse (particuliere) collecties
1598 diverse (particuliere) collecties
1596 (zilver op vierkant muntplaatje) PW 7301.1
Voorschrift: geslagen
volgens vergunning van 13
december 1594,
voorgeschreven gewicht (mij) niet bekend.
Deze laat 16e eeuwse duiten hebben een gewicht dat schommelt tussen de
1,95 en
3,10 gram3. De
duit van 1,95 is een
forse uitschieter naar
beneden. Het betreft hier
een duit van 1595 die
niet veel slijtage heeft
en ook niet gesnoeid is.
Deze duiten zijn mogelijk volgens dezelfde
instructie als in Gelderland geslagen namelijk ca. 80 stuks uit een mark wat een
gewicht oplevert van ca. 3,08 gram.
Tussen de twee letters L
in OLLAE kan een klein
puntje staan. Deze maakt
eigenlijk geen onderdeel uit van de
interpunctie maar is een
centreerpunt van de
stempelsnijder. Keerzijde teksvariant d eindigt met
een letter Z. Mogelijk
staat deze Z voor Zwollae
of anders voor etcetera.
De Latijnse spreuk is
namelijk afkomstig uit
psalm 46.2a en is
oorspronkelijk langer. De
volledige spreuk is iets
als: God is ons een
Toevlucht en Sterkte. Hij
is krachtelijk bevonden
een Hulp in benauwdheden.
Daarom zullen wij niet
vrezen, al veranderde de
aarde haar plaats, en al
werden de bergen verzet
in het hart der zeeën.
ZWO.3: duit.(V.178.4 - vdW.256 - PW 7302)
VOORZIJDE: Een tulpkrans met daarin de stadsnaam ZW. OL.LAE (of variant) in
twee regels en daaronder het jaartal (1618) gescheiden door een wapenschildje.
KEERZIJDE: Stadswapen van Zwolle met de heilige Sint Michael die een draak
bevecht.
TEKST: (rozet) DEVS. REFVGIVM. NOSTRVM. (of variant). Dit betekent: de Heer is onze toe-
vlucht.
Muntmeester: Arent van Romondt, mmt: (rozet).
1618 S
Voorkomende voor- en keerzijde varianten:
VZ: A: ZW. / OLLAE / 16 (wapen) 18
B: ZW / OL.LAE / 16 (wapen) 18
C: .ZW / OL.LAE / 16 (wapen) 18
D: ZW. / OL.LAE / 16 (wapen) 18
E: .ZW / OLLAE / 16 (wapen) 18
F: . / ZW. / OLLAE / 16 (wapen) 18
KZ: a: (rozet) DEVS.REFVGIVM.NOSTRVM.
b: (rozet) DEVS.REFVGIVM.NOSTRVM
c: . DEVS.REFVGIVM.NOSTRVM
Info:
Variant Bb (1618),
particuliere collectie.
Variant Bc (1618), particuliere collectie.
Variant Da (1618), particuliere collectie.
1618 diverse (particuliere) collecties
Voorschrift: (mij) niet bekend.
ZWO.4: duit.(V.178.5 - vdW.257/258 - PW 7303)
VOORZIJDE: Een tulpkrans met daarin de stadsnaam ZW OL.L’ (of variant) in twee
regels en daaronder de laatste twee cijfers van het jaartal gescheiden door een
wapenschildje.
KEERZIJDE: Stadswapen van Zwolle met de heilige Sint Michael die een draak
bevecht.
TEKST: (rozet) DEVS: REFGIVM. NOSTR (of variant). Dit betekent: de Heer is onze
toevlucht.
Muntmeester: Johan van Romondt, mmt: (rozet).
(16)36 R3
(16)39 N
Bekende afslagen etc.
(16)39 R4 (piedfort)
(16)39 U (zilver)
Voorkomende voor- en keerzijde varianten:
VZ: A: ZW / OLLAE / .(cijfer). (wapen) .(cijfer)
B: ZW / OL LAE / .(cijfer) (wapen) (cijfer).
C: ZW / OL.LLAE / (cijfer) (wapen) (cijfer)
D: . / ZW / OL(.)LLAE / (cijfer) (wapen) (cijfer)
E: ZW / OLLAE / (cijfer) (wapen) (cijfer)
F: ZW / OLLAE / .(cijfer). (wapen) .(cijfer).
G: ZWO / LL.AE / (cijfer) (wapen) (cijfer)
KZ: a: (rozet) DEVS: REFVGIVM. NOSTR:
b: (rozet) DEVS: REFVGIVM. NOSTR
c: (rozet) DEVS. REFVGIVM. NOST
d: (rozet) DEVS: REFVGIVM: NOST
e: (rozet) DEVS. REFVGIVM. NOS
f: (rozet) .DEVS. REFVGIVM. NOSTRVM.
g: (rozet) DEVS. REFVGIVM. NOSTREVM
h: (rozet) .DEVS. REFVGIVM: NOSTRVM
i: (rozet) DEVS: REFGIVM. NOSTR
j: (rozet) DEVS. REFVGIVM. NOSTRVM
k: (rozet) DEVS: REFVGIVM: NOSR
l: DEVS . REFVG . IVM . NOST(R)
I : Wapenschild type 1 ingebogen. II : Wapenschild type 2 recht wapen. III: Wapenschild type 1 binnen parelrand. |
Info:
Variant E?? (1636), particuliere collectie.
Variant AkI (1639), particuliere collectie.
Variant BfI (1639), afbeelding PW 7303 blz.145.
Variant CaI (1639),
Nationale Numismatische Collectie DNB.
Variant CgII (1639),
Nationale Numismatische Collectie DNB.
Variant CiI (1639), particuliere collectie.
Variant CjI (1639),
Nationale Numismatische Collectie DNB.
Variant DjI (1639), particuliere collectie.
Variant EjII (1639), particuliere collectie.
Variant ElII (1639), particuliere collectie.
Variant FjIII (1639), particuliere collectie.
Variant G?I (1639), particuliere collectie.
1636 particuliere collectie
1639 diverse (particuliere) collecties
1639 (piedfort 3,30 gram) PW 7303.1
1639 (piedfort 3,25 gram) Particuliere collectie
1639 (zilver 2,16 gram) Nationale Numismatische Collectie DNB
Voorschrift: (mij) niet bekend.
Er moet rekening mee gehouden worden dat het jaartal 1636 is ontstaan door het
verkeerd snijden van het cijfer 9 in een stempel voor duiten van 1639. Een zeer vreemde hybride is onlangs bekend geworden uit een bodemvondst. De ene
zijde heeft een afbeelding van een duit van Zwolle van dit type maar de andere zijde heeft de afbeelding van een duit van Kampen met het
jaartal 1661. Zie hier voor de afbeelding.
Recent is een duit van Zwolle 1639 bekend geworden met een klop van de stad
Kampen. Deze klop is waarschijnlijk ontstaan in de periode 1701/1702 toen de
omloop van de duiten werd gesaneerd. Zie voor voorbeelden en toelichting bij
Deventer na type DEV.11 en bij Kampen na type KAM.7.
ZWO.5: duit.(V.178.5 - vdW.259 - PW 7304/7305)
VOORZIJDE: Een tulpkrans met daarin de stadsnaam ZW OLLAE in twee regels en
daaronder de laatste twee cijfers van het jaartal gescheiden door een
wapenschildje.
KEERZIJDE: Stadswapen van Zwolle met de heilige Sint Michael die een draak
bevecht.
TEKST: (rozet) DEVS. REFGIVM. NOSTREVM (of variant). Dit betekent: de Heer is onze
toevlucht.
Muntmeester: Arent van Romondt, mmt: (rozet).
(16)63 R3
Voorkomende voor- en keerzijde varianten:
VZ: A: ZW / OLLAE / 6 (wapen) 3
KZ: a: (rozet) DEVS. REFVGIVM. NOSTREVM
b: (rozet) DEVS. REFVGIVM. NOSTRVM
c: (rozet) DEVS. REFVGIVM. NOSTR
Info:
Variant Aa (1663), Nationale Numismatische Collectie DNB.
Variant Ac (1663), Nationale Numismatische Collectie DNB.
1663 slechts enkele (particuliere) collecties
Voorschrift: (mij) niet bekend.
Deze zeldzame variant van 1663 heeft tekst i.p.v. een tulpkrans om het
wapenschild. Dit type is waarschijnlijk ontstaan doordat men overgebleven
keerzijde stempels heeft gebruikt van de duit van 1639 van het type ZWO.4. Ook
dat type kent namelijk de curieuze tekstvariant met NOSTREVM.
ZWO.6: duit.(V.178.5 - vdW.259 - PW 7304/7305)
VOORZIJDE: Een tulpkrans met daarin de stadsnaam ZW OLLAE in twee regels en
daaronder de laatste twee cijfers van het jaartal gescheiden door een
wapenschildje.
KEERZIJDE: Een tulpkrans met daarin het stadswapen van Zwolle met de
heilige Sint Michael die een draak bevecht.
Muntmeester: Arent van Romondt, mmt: (rozet).
(16)63 R
Voorkomende voor- en keerzijde varianten:
VZ: A: ZW / OLLAE / 6 (wapen) 3
B: ZW / OLL.AE / 6 (wapen) 3
Info:
Variant A (1663), particuliere collectie.
Variant B (1663), particuliere collectie.
1663 diverse (particuliere) collecties
Voorschrift: (mij) niet bekend.
Deze duit is een voortzetting van het type ZWO.5 maar zonder tekst om het
wapenschild.
Noten:
1: Zie o.a. Dr. H.J. van der Wiel De stedelijke muntslag van Zwolle
Mevius numisbooks Int. b.v. Vriezenveen 1994
A.O. van Kerkwijk De munt te Zwolle
Verschenen in het jaarboek van de vereniging voor munt en
penningkunde (JMP) 1931, blz.1-24
A. van der Wiel Duiten van Zwolle
Verschenen in het jaarboek van de vereniging voor munt en
penningkunde (JMP) 1932, blz.87-89
2: Dr. H.E. van Gelder Een miskende Nederlandse muntsoort
Verschenen in het jaarboek van de vereniging voor munt en
penningkunde (JMP) 1980 blz. 229-230.
3: Volgens Dr. H.J. van der Wiel De stedelijke muntslag van Zwolle en het
nawegen van eigen exemplaren.